Meditatie: Geloofsblijdschap
1 Petrus 1:8
„Denwelken gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde.”
Merk hier op dat de blijdschap van het geloof –die in de Persoon van Christus, in de gerechtigheid, in de volheid van Christus en in de gunst van God door Hem eindigt– alle vleselijke blijdschap en vermaak van een voorbijgaande wereld oneindig overtreft, want gelijk het geluid van doornen onder een pot, alzo is het lachen van een zot (Prediker 7:6). Maar de blijdschap des geloofs is een heerlijke en onuitsprekelijke vreugde (1 Petrus 1:8).
Nog een andere zegen die onder het Evangelie door de Messias geschonken zou worden, is een geestelijke vrijheid (Jesaja 9:3-4): „Want het juk van hun last en de stok van hun schouders en de staf van degene die hen dreef, hebt Gij verbroken, gelijk ten dage der Midianieten; toen de ganse strijd van degenen die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed gewenteld en verbrand werden tot een voedsel des vuurs.” Zoals Gideon een middel is geweest in de hand van God om het zware juk van de verdrukking te verbreken dat de Midianieten eertijds op hun hals gelegd hadden, zo zou ook Christus, Die kwam als een machtig Held, doortrekken in Zijn grote kracht, de arme zondaars verlossen uit de hand van al hun vijanden, namelijk van de zonde, de satan, de wereld en de vloek van een verbroken wet, waaraan zij onderworpen waren.
Ebenezer Erskine, predikant te Portmoak
(”Vijf verhandelingen, 2021)