Gehecht aan de eerste eigen auto
Een paar krasjes en deukjes. Meer schade heeft de tien jaar oude Opel Corsa niet opgelopen. „Ik heb nooit problemen”, zegt Joline van Arnhem (22). „Bang om met een oude auto op stap te gaan? Daar denk ik nooit over na. Ik ben lid van de ANWB.”
De donkerrode Corsa staat op een parkeerplaats voor de deur van een vrijstaande woning in Staphorst. Van Arnhem: „Mijn vader zag de Opel vier jaar geleden bij een dealer staan. We maakten een proefrit en besloten hem te kopen. Eerst reden mijn broer en ik er samen in, nu is hij voor mij. Het is dus eigenlijk een auto van het huis.”
Haar vader haalt de papieren erbij. „Toen we de Corsa kochten, had hij 60.000 kilometer gereden. De auto heeft een 1.4 liter benzinemotor en kostte zo’n 7000 euro.”
Joline vindt dat een mooie prijs. „Als ik een nieuwe auto nodig heb, mag hij niet meer dan 10.000 euro kosten. En ik zou weer een tweedehands nemen.”
Inmiddels staat de teller op zo’n 140.000 kilometer. Een paar keer per week rijdt Van Arnhem -activiteitenbegeleidster van demente bejaarden in De Hulstkampen- vanuit Staphorst naar Nieuwleusen. „Vijftien kilometer heen, 15 kilometer terug. En ik ga ermee naar vrienden of op vakantie. Een rit naar Texel of Zeeland, dat is de grootste afstand die ik met de auto heb afgelegd. Eens in de twee weken tanken is voldoende.”
Van Arnhem zegt de auto goed te onderhouden. „Af en toe doe ik hem in de wasserette. Maar hij hoeft heus niet altijd superschoon te zijn. Ik vind het belangrijker dat hij er vanbinnen leuk uitziet.”
Om het stuur van de Corsa zit een hoes met houtprint, aan de binnenspiegel hangt een blauw dolfijntje. Op de hoedenplank ligt een enorme hamburger van pluche. Van Arnhem houdt ervan de auto „wat vrolijker” te maken. „Aan de antenne heb ik gekleurde lintjes gehangen. Dat staat niet alleen leuk, maar zo kan ik ook makkelijk zien waar ik mijn auto heb geparkeerd.”
De felrode hoes om de gordel heeft Van Arnhem aangebracht om het schuren in de nek tegen te gaan. Ook het kussentje in de bestuurdersstoel heeft een functie: „Dan zit ik wat hoger.” Het zitje achterin is voor een neefje van vijftien maanden. „Ongeveer een keer per week pas ik op. Vroeger heb ik zelf nog in dat stoeltje gezeten.”
Cruise control, navigatiesysteem of stoelverwarming is aan Van Arnhem niet besteed. „Al die luxe hoeft van mij niet. Wat ik soms wel mis, is een spiegeltje in de zonneklep. Ook een lampje in de kofferbak zou wel handig zijn. Als het donker is, zie je bijna niets.”
De Opel is nog niet aan vervanging toe. „Voorlopig hoef ik nog geen nieuwe auto”, zegt van Arnhem. „Maar soms denk ik wel: Een automaatje zou handig zijn. Dan krijg je niet van die vermoeide benen.”
Ze spaart nog niet voor een nieuwe. „Deze wagen rijdt fijn. Ik heb een dak boven mijn hoofd, een goede verwarming en een radio-cassettespeler. Dat is genoeg. Het is echt mijn auto.”
Stiekem kijkt ze toch wel eens naar andere auto’s. „Maar dan eigenlijk alleen naar andere Corsa’s. Dan let ik erop hoe die eruit zien, want ik vind donkergroen en donderblauw ook wel mooie kleuren. Maar ik ben gehecht aan mijn eigen, eerste wagen. Ik zou hem niet kunnen missen. Zonder auto kom je nergens.”