Damrak eindigt in het rood na Amerikaanse inflatiecijfer
De aandelenbeurzen in Amsterdam zijn donderdag lager geëindigd. Beleggers reageerden met name op het nieuwe inflatiecijfer uit de Verenigde Staten. Daaruit kwam naar voren dat de prijzen in de grootste economie ter wereld sterker zijn gestegen dan economen hadden verwacht.
Zo stegen de consumentenprijzen in de grootste economie ter wereld met 3,4 procent op jaarbasis, waar economen in doorsnee hadden gerekend op een inflatie van 3,2 procent. Ook de zogeheten kerninflatie, waarin de sterk schommelende prijzen voor energie en voeding niet worden meegenomen, lag met 3,9 procent een tiende procentpunt hoger dan de verwachting.
Op de wereldwijde beurzen wordt gehoopt dat de inflatie inmiddels voldoende is afgekoeld, zodat de Amerikaanse centrale bank kan beginnen met het verlagen van de rente. Verlagingen zijn in de regel gunstig voor de waardering van aandelen, met name die van chip- en techbedrijven. Maar met de nieuwe inflatiecijfers vragen kenners zich af in hoeverre de Federal Reserve daar op korte termijn mee zal beginnen.
Na de bekendmaking zagen de beurzen in Europa de stijging van eerder op de dag verdwijnen. De AEX-index stond na de slotbel 0,1 procent lager op 774,54 punten. De MidKap zakte 0,4 procent tot 898,09 punten. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen verloren tot 0,9 procent.
Bij de bedrijven in de AEX was bierbrouwer Heineken de sterkste stijger met een plus van 2,2 procent. De chip- en techbedrijven, waarvan de aandelen na de openingsbel in waarde stegen, lieten aan het einde van de handelsdag een gemengd beeld zien. Zo eindigde chipmachinefabrikant ASML 0,4 procent lager, maar stegen chipbedrijven Besi en ASMI juist, met respectievelijk 0,7 procent en 1,4 procent.
In de MidKap deed Just Eat Takeaway goede zaken. De maaltijdbezorger maakte een dag eerder bekend een nieuwe dienst te testen, waarbij mensen via een app in hun auto eten kunnen bestellen. Bijvoorbeeld als zij bij een tank- of laadstation staan. Het aandeel werd 1,9 procent hoger gezet.
De euro was 1,0946 dollar waard, tegen 1,0955 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 3,2 procent meer op 73,65 dollar. Brentolie werd 2,8 procent duurder en kostte 78,97 dollar per vat.