Winnende umc’s: uitspraak goed voor kwaliteit en toegankelijkheid
De academische ziekenhuizen in Utrecht, Leiden en Amsterdam reageren verheugd op de uitspraak van de rechter over de kinderhartchirurgie. Door de uitspraak mogen zij het werk op dit terrein voortzetten. Dat is „goed nieuws voor de kwaliteit en toegankelijkheid van academische hart- en kinderzorg, voor de toekomst van kostbare kinder-ic-capaciteit in Nederland en van aanpalende zorg, zoals voor kinderen met kanker”, stellen Amsterdam UMC, LUMC, UMC Utrecht en Prinses Máxima centrum voor kinderoncologie. Ze willen onderling nog meer gaan samenwerken dan ze al doen.
Na een jarenlange discussie besloot verantwoordelijk minister Ernst Kuipers vorig jaar dat deze complexe operaties geconcentreerd moesten worden in twee ziekenhuizen: het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Groningen (UMCG). De andere centra waren daar fel op tegen en vreesden grote nadelige gevolgen, niet alleen voor de kinderhartzorg, maar ook voor andere afdelingen. UMC Utrecht heeft een eigen kinderhartcentrum, LUMC en Amsterdam UMC runnen samen zo’n centrum in Leiden.
De rechtbank gaf de eisers donderdag gelijk en vernietigde het besluit. Kuipers heeft volgens de rechters zijn keuze niet goed genoeg onderbouwd. Zo had hij niet mogen vasthouden aan het principe dat een ziekenhuis minimaal zestig operaties bij pasgeboren baby’s moet verrichten om een goede kwaliteit te garanderen. Dat aantal kwam uit een wetenschappelijk artikel, maar de chirurg die dat had geschreven gaf later aan dit cijfer niet als „wetenschappelijk minimum” te hebben bedoeld.
In hun reactie roepen de bestuurders van de instellingen op tot „meer samenwerking tussen de verschillende umc’s, waarbij bijvoorbeeld juist de professionals gaan reizen in plaats van patiënten.”
De universitaire medische centra in Utrecht, Leiden en Amsterdam kondigden vorig jaar al aan hun krachten op het terrein van hart- en kinderzorg verder te bundelen. Dat heeft geleid tot „structureel multidisciplinair overleg” en afstemming over behandelingen. De volgende stap is nu om als één team op twee locaties te werken.