Voorpost van tirannie
Monsters, imperialistische agressors die zullen verschroeien in onze vuurgloed. Zomaar enkele typeringen en dreigementen die het Noord-Koreaanse regime de afgelopen jaren heeft geuit aan het adres van de Verenigde Staten. Gisteren liet dat regime weten waarom het niet verder wil overleggen over afschaffing van zijn kernwapenprogramma. De nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, had Noord-Korea een „voorpost van tirannie” genoemd.Vergeleken met het Noord-Koreaanse jargon klonken haar woorden juist als uiterst beschaafd en terughoudend. Ze kunnen dus onmogelijk de reden zijn van dit nieuwe staaltje Noord-Koreaanse obstructie. De Amerikanen zijn de laatste tijd juist opvallend mild in hun woordkeus. Zo speelde Noord-Korea nauwelijks een rol in de toespraken die president Bush de afgelopen weken hield. Of was dat misschien een teken van verlegenheid met de zaak?
Zo succesvol als het Amerikaanse beleid in Irak lijkt te zijn, zo onvruchtbaar is dat ten aanzien van Noord-Korea. De vierde ronde van het zespartijenoverleg -waarbij de VS, Rusland, China, Japan en Zuid-Korea aan tafel zitten met Noord-Korea om het van zijn kernwapenprogramma af te helpen- had na een oponthoud van bijna een jaar eind september weer van start moeten gaan, maar werd toen ook al door Pyongyang afgezegd.
Door dit Noord-Koreaanse getraineer begint het overleg het tegenovergestelde op te leveren van wat het beoogt. Hoe langer de impasse duurt des te meer tijd Noord-Korea krijgt om zijn kernwapenarsenaal uit te bouwen.
Maar veel manoeuvreerruimte is er niet: het Amerikaanse standpunt is volledige, controleerbare en onherroepelijke ontmanteling van het nucleaire programma. Noord-Korea biedt aan om in ruil voor grootschalige compensatie zijn nucleaire programma te bevriezen. Maar bevriezing is heel wat anders dan ontmanteling. De kernwapens die het land al bezit -en daar gaat iedereen van uit- blijven zo immers ongemoeid.
Daarbij komt dat sinds oktober vorig jaar -met de ondertekening door Bush van de North Korea Human Rights Act- ook de schending van mensenrechten in Noord-Korea meespeelt in de Amerikaanse opstelling. De vraag hoe je het regime aanpakt, is er klemmender maar ook ingewikkelder door geworden.
Toch wordt het tijd om ons echt zorgen te gaan maken. Want de werkelijke reden voor de harde Noord-Koreaanse opstelling van deze week houdt waarschijnlijk verband met de Amerikaanse bekendmaking vorige week dat het verrijkte uranium dat in Libische kernreactoren is gevonden, in 2001 door Noord-Korea is geleverd. Daarmee bezondigt het land zich aan iets wat Washington altijd als een reden tot militaire actie heeft bestempeld: nucleaire proliferatie.
Intussen is Amerikaans militair optreden zoals in Irak is gebeurd vooralsnog ondenkbaar. Al was het alleen maar omdat Noord-Korea de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul als een menselijk schild zal gebruiken bij zo’n aanval.
Rest voorlopig niets anders dan dat Noord-Korea’s beste vrienden -de Chinezen- andermaal op het vliegtuig richting Pyongyang stappen om de heren daar weer aan tafel te krijgen.
Of zal de dooi uit een heel andere hoek gaan komen? Tal van waarnemers hebben hun hoop gevestigd op het Chinese kapitalisme, dat als een op hol geslagen amoebe bezig is buurland Noord-Korea in te sluiten en… te doordringen. Vooral de Noord-Koreaanse elite blijkt erg gevoelig voor de materialistische verleidingen die dat met zich meebrengt.
Hopelijk wordt gauw duidelijk of alles niet een gedurfd spelletje blufpoker van Noord-Korea is geweest: het beeld ophouden van een onwankelbaar ideologisch bolwerk, dat in feite niet meer was dan een wankelende voorgevel.