Buitenland

Pyongyang brengt Washington terug tot de realiteit

De nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, was de afgelopen dagen uitgebreid in het nieuws tijdens haar eerste toer als opvolgster van Colin Powell. In tegenstelling tot de laatste heeft Rice herhaaldelijk in gloedvolle bewoordingen gesproken en heeft in feite de boodschap van haar baas, president George W. Bush, herhaald.

Van onze correspondent
11 February 2005 09:41Gewijzigd op 14 November 2020 02:13

De westerse wereld -de vrije wereld- heeft de morele plicht om vrijheid en democratie te verspreiden, eerst en vooral in het Midden-Oosten. Rice waarschuwde Teheran om de onderhandelingen met Europa over stopzetting of tenminste bevriezing van Irans kernprogramma niet te traineren. „Anders wordt deze kwestie voorgelegd aan de VN-Veiligheidsraad”, aldus Rice in Luxemburg. Zij doelde daarmee op de mogelijkheid van VN-sancties als de Iraanse leiders hun kernprogramma niet opgeven. Een vreedzaam kernprogramma volgens Teheran, maar daar geloven de Amerikanen niets van.

Nauwelijks had de Iraanse president Mohammad Khatami misprijzend gereageerd op wat hij „Amerika’s psychologische oorlogvoering tegen Iran” noemde, of Noord-Korea kwam met de mededeling dat het regime in Pyongyang over kernwapens beschikt. Het regime is verder niet meer geïnteresseerd in onderhandelingen daarover, „omdat Washington probeert Noord-Korea internationaal te isoleren.” Na haar uitgebreide toer door het Midden-Oosten en Europa, waarin Rice sprak over de moralistische kant van Amerika’s buitenlandse beleid, brachten de Noord-Koreanen Amerika en de wereld in één klap terug tot de werkelijkheid.

„Die werkelijkheid houdt in dat president Bush er niet in slaagt om de verspreiding van kernwapens tegen te gaan, terwijl dat naar eigen zeggen een van zijn buitenlands politieke prioriteiten is. Iedereen weet dat Israël kernwapens heeft, India en Pakistan zijn intussen kernmachten, Saudi-Arabië en Egypte hebben volgens sommige bronnen vergelijkbare plannen, Iran is op weg en Noord-Korea is ook op weg of heeft ze misschien al. Dat weten wij niet zeker ondanks wat Pyongyang heeft gezegd”, aldus politiek analist Doug Bandow van het Cato Research Institute in Washington. President Bush heeft Pyongyang volgens Bandow in zijn eerste ambtstermijn in feite genegeerd en het resultaat daarvan is dat het probleem Noord-Korea nu ingewikkelder en oncontroleerbaarder dreigt te worden.

Is dit een aansporing om het wat Teheran betreft niet bij waarschuwingen te laten maar concreet op te treden om te voorkomen dat Iran de volgende -anti-Amerikaanse- kernmogendheid wordt? „Washington heeft weinig concrete opties tegenover Teheran. Het Amerikaanse leger zit vast in Irak -en Afghanistan- en kan een invasie van Iran simpelweg niet aan. Militaire prikacties zijn misschien mogelijk, maar Teheran heeft z’n kerncapaciteiten zo listig gespreid dat het vrijwel onmogelijk is om dat apparaat in één klap uit te schakelen. Iran heeft in dat opzicht geleerd van de ervaring van de buren, toen Israël in 1981 Iraks kerncentrale in één klap uitschakelde”, aldus Robert Kagan van de researchorganisatie Carnegie Endowment for International Peace.

Wanneer politieke druk niet helpt en militaire opties nauwelijks beschikbaar zijn, wat kan Amerika dan doen om te voorkomen dat er zich steeds meer -vijandige- kernmogendheden in de wereld manifesteren? Wat Amerika volgens Kagan het beste kan doen, is zelf het goede voorbeeld geven. „Het werd eerder deze week bekend dat Amerika werkt aan de modernisering en uitbreiding van het bestaande kernwapenarsenaal. Dat is beslist geen goed signaal naar de rest van de wereld. Hoe kun je in vredesnaam andere landen ervan overtuigen dat de wereld veiliger is zonder kernwapens, als je zelf opdracht geeft om het bestaande kernwapenarsenaal te moderniseren en nieuwe soorten kernwapens te ontwikkelen?” aldus Kagan.

Hij pleit voor een diplomatiek-politieke aanpak. Amerika moet volgens hem directe onderhandelingen openen met Noord-Korea. Dat is een vorm van politieke ’erkenning’ die Bush Noord-Korea tot nu toe geweigerd heeft. Ook wat Teheran betreft is volgens Kagan een directe dialoog vruchtbaarder dan verklaringen van Condoleezza Rice, die in Europa sprak over een „totalitair” regime. „Dat lijkt erop alsof Washington niet alleen in Irak maar nu ook in Iran een ander regime wil. Daarmee jaag je Irans religieuze leiders de gordijnen in. Dat versterkt alleen maar hun streven om zich met kernwapens tegen een mogelijke Amerikaanse invasie te kunnen verweren”, meent Kagan.

Nile Gardiner van de conservatieve denktank Heritage Foundation is het daar niet mee eens. „Praten met zulke regimes omdat zij kernmogendheden dreigen te worden, is zwichten voor hun nucleaire chantage. Dat moet Amerika nooit doen”, aldus Gardiner. Hij verwerpt ook de vergelijking met Amerika’s kernwapenarsenaal. „Het maakt een groot verschil of kernwapens in handen zijn van een democratisch gekozen regering of in handen van een totalitair regime zoals dat in Pyongyang of een autoritair regime zoals in Teheran. Dat zijn regimes die zulke wapens ook in handen kunnen spelen van terreurgroepen zoals al-Qaida”, aldus Gardiner.

Een reden temeer volgens Kagan om de dialoog met deze regimes te openen. „President Bush sprak enkele jaren geleden van de ”as van het kwaad” en bedoelde daarmee Irak, Iran en Noord-Korea. De eerste van deze drie landen is nu in feite bezet door Amerika. Als hij de andere twee landen ervan wil overtuigen dat hij niet op een herhaling uit is -en dat wordt voortdurend benadrukt in Washington- dan moet Bush met die landen gaan praten. Direct en serieus, dat is de enige manier om de lont uit het kruitvat te halen. Blijft hij daarentegen dreigen, dan versterkt dat in deze landen de indruk dat Amerika agressieve plannen heeft. Het wordt dus dringend tijd dat Washington keuzes maakt”, aldus Kagan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer