NAVO blijft belangen bondgenoten dienen
Een internationale organisatie als de NAVO kan alleen succesvol zijn als ze de belangen van de grote lidstaten dient. De afgelopen twee dagen leek het er tijdens de bijeenkomst van ministers van Defensie in Nice op dat Frankrijk en de Verenigde Staten het bondgenootschap nog willen gebruiken.
Precies twee jaar nadat het bondgenootschap door een conflict over militair optreden in Irak langs het randje van het ravijn ging, klonken vanuit de Franse en Amerikaanse regering donderdag lovende woorden over de NAVO.
„De NAVO vindt altijd een weg naar goede besluiten”, zo zei de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, tegenover journalisten. „Het duurt soms lang. Maar uiteindelijk zijn ze altijd waardevol.”
Rumsfeld zei dat organisaties zich moeten aanpassen aan de dreigingen van de 21e eeuw. „Als dat de NAVO lukt, wordt het het meest succesvolle militaire bondgenootschap uit de wereldgeschiedenis.”
De besprekingen met zijn collega’s in de Zuid-Franse kustplaats had hij zelfs als prettig ervaren. „Enkele jaren geleden was dat heel anders. Dit weerspiegelt de groeiende activiteit van de NAVO.”
Hij doelde daarmee op de militaire missies van het bondgenootschap op de Balkan en in Afghanistan en in bescheiden mate nu zelfs in Irak. „We hebben een heel goede tijd achter de rug”, aldus Rumsfeld, die er ook donderdag weer in slaagde een eenvoudige persconferentie een geheel eigen, humoristisch en zelfs filosofisch stempel te geven.
Dit soort lovende woorden van Rumsfeld over de NAVO zijn beslist opvallend. Twee jaar geleden was hij het juist die de NAVO-bondgenoten onder extreme druk plaatste. Hij vatte dit zelf perfect samen door neerbuigend te spreken over het „oude en nieuwe Europa.” Het ”oude Europa” waren Duitsland en Frankrijk, die tegen een aanval op Irak waren. Het ”nieuwe Europa” werd gevonden in het voormalige Oostblok, waar een land als Polen zich aansloot bij de Amerikaanse plannen.
Maar zijn lofzang op de NAVO van donderdag betekende nog niet dat de Amerikanen niet meer zonder bondgenoten zullen optreden. „De NAVO is niet de enige organisatie op de wereld die iets kan doen. En als de NAVO iets niet doet, betekent ook niet dat de klus niet moet worden gedaan.” De dreiging van het zogenaamde ”unilateralisme” bleef hiermee boven Brussel hangen.
Ook de Franse minister van Defensie, Michelle Alliot-Marie, kon het niet laten de NAVO te prijzen. Zij noemde de besprekingen „extreem vriendelijk, zeer serieus en heel vruchtbaar.” Ze vond het niet nodig de scherpe tegenstelling tussen Frankrijk en Amerika over Irak te vergeten, zei ze. „Dat is deel van onze langdurige relatie. Maar president Bush wil onze samenwerking voortzetten en dat willen wij ook.”
Alliot-Marie had wel de indruk dat de Franse inbreng bij de Amerikanen waardering kreeg. „Bij eerdere ontmoetingen met mevrouw Rice kreeg ik steeds de indruk dat ze naar ons luisterde. Ook erkende ze bijvoorbeeld de Franse expertise in de Arabische wereld.”
Deze opmerkingen staan echter niet op zichzelf. De tweedaagse ministerstop in Nice stond volledig in het teken van andere Amerikaanse signalen, namelijk dat de VS Europa nodig achten. De afgelopen week maakte de nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, een grote reis door Europa, waarbij ze het belang van samenwerking vooropstelde. En over anderhalve week brengt president George W. Bush zelf een bezoek aan onder meer de NAVO en de Europese Unie.
Deze Amerikaanse reizen vinden weer plaats tegen de achtergrond van als succesvol betitelde verkiezingen in zowel Afghanistan als Irak en van een hernieuwd vredesproces tussen Israël en de Palestijnen.
Te midden van die positieve signalen past het noch een Amerikaanse noch een Franse minister van Defensie de hoopvolle verwachtingen de kop in te drukken. Zolang de NAVO de belangen van de dominante lidstaten blijft dienen, zal de organisatie inderdaad succesvol blijven.