Meditatie: Levend geloof
Galaten 2:20
„Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij liefgehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.”
Met het ware geloof wordt niet bedoeld dat we uiterlijk in Hem moeten geloven, maar zoals de aloude geloofsbelijdenis woordelijk zegt: „in Hem geloven, in Hem gaan met al de bewegingen van het hart, zich overgeven aan Hem tot een volkomen eigendom, Hem beminnen van ganser harte en met alle krachten, in Hem blijven zoals de rank in de wijnstok, in Hem en in Zijn liefde leven, werken, wandelen en handelen.” Zoals Paulus zegt: „Niet ik leef, maar Christus leeft in mij. Want wat ik leef in het vlees, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20). Dit is het oprechte geloof, dat niet slechts Jezus’ verdiensten, maar ook Jezus Zelf en de aard en de kracht van Zijn heilig leven zich toe-eigent. Dat zijn de wapenen van het licht, dat is een burcht tegen alle vijanden, dat is een schild waarmee wij de vurige pijlen van de satan kunnen uitblussen. Ja, zo’n geloof is een geheel arsenaal van Goddelijke wapenen van licht en leven, waarmee wij de duivel verjagen, het vlees kruisigen, de wereld overwinnen en de hemel kunnen ‘veroveren’. Trouwens, wat een kracht heeft de uit het geloof voortvloeiende liefde, waarvan Paulus zegt dat wij met deze liefde als een pantser omsloten moeten zijn. Immers: „De liefde is de vervulling der wet.”
Sixt Karl von Kapff, predikant te Korntal
(”Keur van leerredenen”, 1859)