In Delftse Nieuwe Kerk komen mensen uit dertig landen samen in internationale gemeente
In de Nieuwe Kerk in Delft komt elke zondag een internationale gemeente samen. Ds. J. (Jos) Slager ontmoet er kerkgangers met zo’n dertig verschillende nationaliteiten en vormt samen met ouderlingen en diakenen uit Groot-Brittannië, Ethiopië, Pakistan en Nederland de kerkenraad.
Donderdagmiddag, kwart voor twee. Op het terrein van de Technische Universiteit (TU) Delft zitten overal studenten te eten, te studeren of te bellen. Te midden van alle drukte vormt ds. Slager samen met vier (oud-)studenten op een plein tussen de bibliotheek en de aula een kleine kring. Ze hebben zojuist evangelisatiewerk gedaan onder internationale studenten en sluiten de activiteit af met gebed.
Het missionaire werk op de campus, onder de naam StudentLife, is een vast onderdeel van het werk van ds. Slager, lid van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. Vanaf 2000 diende hij twintig jaar de hervormde gemeente in Rotterdam-IJsselmonde, waar hij via een asielzoekerscentrum contact had met mensen uit allerlei culturen. In januari 2020 werd hij vanuit de protestantse gemeente in Delft als voorganger verbonden aan de International Christian Fellowship (ICF) in de stad.
Deze middag zoekt de predikant een plek in een zithoek in de kantine van de TU, samen met ouderling Yonatan Woldeleul Shiferaw (32), die in 2017 voor zijn masterstudie vanuit Ethiopië naar Nederland komt. Drie jaar later, als hij zijn master heeft behaald, vindt hij een baan bij TNO in Den Haag.
Koptisch-orthodox
Yonatan –„Achternamen gebruiken we in Ethiopië vrijwel niet–” groeit op in een koptisch-orthodox gezin, maar heeft lange tijd geen persoonlijke relatie met God, zegt hij. Tijdens zijn studie in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba gaat hij samen met een vriend de Bijbel lezen. „Ik ontdekte dat er een grote kloof bestond tussen de Bijbel en mij. Dat was een schok. Ik was dood in mijn zonden. Maar uiteindelijk kreeg ik ook hoop en blijdschap. Ik ging Jezus Christus liefhebben. Ik vond God, of beter gezegd: Hij vond mij.”
Yonatan raakt betrokken bij twee bewegingen waardoor hij geestelijk wordt gevoed. Ze maakten voorheen deel uit van de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk en wilden deze kerk terugbrengen naar het Woord: de Kalawadi-bediening en de Mahibere Ahaw-bediening. „Kalawadi werd geleid door een prediker die zich concentreerde op het prediken in de kerk, en de bediening van Mahibere Ahaw was gericht op het opleiden van geestelijken in de kerk. Na vervolging en excommunicatie door de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk werden beide zelfstandige kerken.”
Steeds meer gaat Yonatan zich in de Bijbel verdiepen, ook via internet. Zo vindt hij de website van het evangelicale platform The Gospel Coalition en beluistert hij onlinepreken van Amerikaanse predikanten zoals John Piper en Don Carson. „Ik bestudeerde eerst zelf het Bijbelgedeelte waarover het ging en beluisterde daarna de preek. Ook volgde ik via de website biblicaltraining.org gratis onlinecursussen, bijvoorbeeld over hermeneutiek. Door al deze dingen werkte de Heilige Geest in me.”
Al studerend krijgt Yonatan een nieuwe kijk op het Oude Testament. „In de Orthodoxe Kerk ging het vaak over losse teksten die allegorisch werden uitgelegd en niet in hun context werden geplaatst. Ik ging ontdekken dat er een duidelijk patroon zit in het Oude Testament, dat Jesaja bijvoorbeeld vooruitwijst naar Christus. In mijn omgeving ging ik getuigen van de hoop en redding die er in Hem zijn. Ik zag hoe ook anderen zich daardoor openstelden voor Christus.”
Studiebeurs
Nadat hij in Addis Abeba zijn bachelor heeft gehaald, wil Yonatan elders zijn master doen. „In gebed vroeg ik aan God waar ik naartoe mocht. Er bleek een studiebeurs voor vier personen beschikbaar te zijn aan de TU Delft. Ik kreeg een daarvan. Zo kwam ik in Nederland terecht.”
In de regio Delft bezoekt Yonatan diverse kerken. Hij is in eerste instantie van plan om zich bij een Ethiopische gemeente aan te sluiten, maar komt uiteindelijk bij de ICF terecht. „De Immanuëlkerk in Delft (destijds vrijgemaakt gereformeerd, MB) en de ICF-gemeente organiseerden een Eat & Meet voor studenten. Op die manier konden ze mensen thuis ontmoeten en samen met hen eten. Ik zat bij Henk Polinder aan tafel. Hij is docent aan de TU Delft en ouderling in de ICF-gemeente. Later zocht pastor Niek (ds. N.M. Tramper, MB), die toen voorganger van de gemeente was, me op.”
Yonatan raakt betrokken bij het evangelisatiewerk van StudentLife onder internationale studenten. „Ik heb Gods genade in mijn leven geproefd en wil daarvan graag getuigen tegenover mensen die het licht nog niet hebben gezien.” Het valt hem op dat studenten in Nederland anders reageren op zijn verhaal dan wat hij in Ethiopië gewend was. „Ik kwam hier veel meer dan in mijn eigen land studenten tegen die niet geloven in God en de Bijbel. Als ik tijdens de lunch iets deelde van het Evangelie, vonden ze het wel interessant, maar daar bleef het vaak bij.”
Enquête
Het team van StudentLife gaat op pad met een vragenlijst waarin het onder meer gaat over het ontstaan van de wereld en over een leven na de dood. Ds. Slager: „Als we studenten vragen of ze willen meewerken aan een enquête van ongeveer tien minuten is het antwoord bijna altijd: „Ja, natuurlijk.” Vaak duren de gesprekken uiteindelijk veel langer dan tien minuten. Mijn wekelijkse gebed is dat er na het winnen van vertrouwen openheid ontstaat om te getuigen van mijn geloof.”In de praktijk komt het Evangelie bijna altijd ter sprake, is de ervaring van ds. Slager. „Het is elke week een verrassing welke nationaliteiten je tegenkomt. Vandaag had ik bijvoorbeeld een gesprek met een student uit Marokko en een uit Guatemala.”
Vaak zijn de contacten eenmalig. Soms maakt de predikant een vervolgafspraak. Hij haalt een stapel kaarten tevoorschijn die hij dan gebruikt voor het gesprek, zoals: „Wie is Jezus?” „De studenten kunnen uit vier antwoorden kiezen. Het valt me op dat ik steeds vaker hoor: „Ik heb geen idee.””
Een enkele keer gaat een student in op een uitnodiging om op zondag de Engelstalige dienst van de ICF-gemeente te bezoeken. Ds. Slager noemt het voorbeeld van een Chinees echtpaar. „Ze waren atheïst, maar wilden uit nieuwsgierigheid met Kerst een keer naar de kerk. Daarna kwamen ze vaker. Uiteindelijk zijn ze tot geloof gekomen, hebben belijdenis gedaan en zijn gedoopt.”
Wanneer de predikant na een gesprekje op de campus studenten niet meer terugziet, laat hij het contact in vertrouwen los. „Het is vaak lastig om een langdurige band op de bouwen. Veel studenten zijn hier maar één maand of seizoen en gaan dan terug naar hun land. Maar in de gesprekken is het Evangelie gezaaid. Ik heb een vast vertrouwen dat God op vele manieren bij mensen aan het werk is, ook als ik hen niet terugzie.”
Toeristen
Op zondag wonen gemiddeld negentig tot honderd mensen uit alle continenten de ICF-dienst bij. „Op dit moment hebben we onder anderen gemeenteleden uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, China, Iran, India, Ethiopië, Zuid-Afrika, Syrië en Indonesië”, zegt ds. Slager. De bezoekers zijn behalve studenten en docenten van de TU Delft ook expats. Bovendien schuiven er vrijwel wekelijks buitenlandse toeristen aan, zowel mensen die bewust een kerk hebben gezocht als ‘toevallige’ voorbijgangers.
De kerkenraad bestaat uit een Britse, een Ethiopische en een Nederlandse ouderling en een Nederlandse en een Pakistaanse diaken. Ds. Slager: „Een ouderling leidt een deel van de dienst, waardoor hij zichtbaarder is voor de gemeente. Ook bieden ouderlingen rondom de dienst pastorale zorg. Veel kerkgangers zijn doordeweeks extreem druk. Op zondag hebben ze tijd voor een gesprek en gebed met een ouderling.”
In diverse steden, waaronder Rotterdam, Veenendaal en Apeldoorn, zijn ICF-gemeenten te vinden, elk met een eigen karakter. Ds. Slager typeert ICF Delft als ”reformed” (gereformeerd). „Iedereen is welkom bij ons, maar we zijn heel duidelijk over onze identiteit. We brengen een boodschap van berouw en bekering en van wedergeboorte en vernieuwing door Christus. Daarbij zijn we sterk Bijbelgericht. Iedereen krijgt bij binnenkomst een Bijbel. We willen mensen aan het Woord binden, hun leren Bijbellezen.”
Preken
Jaarlijks staan in de prediking in drie periodes verscheidene Bijbelgedeelten centraal. „We behandelen elk jaar een Evangelie. De andere twee periodes gaat het over een van de nieuwtestamentische brieven of Openbaring en over een Bijbelboek uit het Oude Testament. Dan ga ik bijvoorbeeld Jesaja hoofdstuk voor hoofdstuk door.”
Yonatan: „Moeilijke hoofdstukken slaan we niet over. Daar houd ik van.” Door zijn werk is de Ethiopiër momenteel niet meer betrokken bij StudentLife. Wel werkt hij bij ICF Delft mee aan het geven van een Engelstalige Andreascursus, voor mensen die interesse hebben in het christelijk geloof. Deze gaat in januari weer van start.
Onder de gemeenteleden is veel verloop, doordat velen tijdelijk in Nederland verblijven. Ds. Slager: „Vorig jaar kwam er een gezin uit Australië. Daar deden ze in hun eigen gemeente kinderwerk. Bij ons draaiden ze daarin ook een seizoen mee, totdat ze in juli teruggingen. Zo is het een constant komen en gaan van mensen uit alle delen van de wereld. Het maakt je ervan bewust dat God wereldwijd werkt.”