Minister: beeld natuurkwaliteit Nederland onverminderd zorgelijk
Het beeld van de natuurkwaliteit in Nederland is „onverminderd zorgelijk”, stelt demissionair minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) dinsdag in een voortgangsrapportage. Daarin staat beschreven in hoeverre het lukt om in 2013 gemaakte afspraken na te komen over het herstellen van de biodiversiteit in Nederland.
In dat Natuurpact werd ook afgesproken dat meer mensen betrokken moeten worden bij het belang van natuur. Het doel is om in 2027 ruim 80.000 hectare nieuwe natuur te hebben gerealiseerd.
Uit de rapportage blijkt dat vorig jaar 2944 hectare nieuwe natuur is ingericht, ongeveer 1000 hectare meer dan in 2021. „Dat is uiteraard verheugend”, aldus Van der Wal, „maar het tempo van de inrichting is nog steeds te laag om de overeengekomen 80.000 hectare in 2027 te realiseren”.
Zij zegt dat provincies haar hebben laten weten zich „ten volle in te zetten” om de ambitie voor 2027 waar te maken. Maar de bewindsvrouw sluit niet uit dat er na dat jaar nog „een beperkte restopgave” zal zijn, ofwel dat het doel niet helemaal wordt gehaald. Sinds 1 januari 2011 is 48.511 hectare nieuwe natuur ingericht, 61 procent van het einddoel.
Wat betreft de natuurkwaliteit schrijft de minister dat 90 procent van de habitattypen in Nederland „in ongunstige staat verkeren”. Dat geldt ook voor driekwart van de zogenoemde habitatrichtlijnsoorten, waaronder dieren vallen als de bever, de kleine modderkruiper, de zalm en de gewone en grijze zeehond.
Het is de negende keer dat een voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer is gestuurd. „In 2022 zijn weer stappen gezet voor nieuwe natuur en natuurkwaliteit, maar versnelling blijft nodig om de natuurdoelen te halen”, is de conclusie van de minister.