‘Ridders’ laten zich niet uit fort jagen
Het is ongetwijfeld het beste beveiligde kraakpand van Nederland, maar zeker niet het meest comfortabele. Fort Pannerden, gelegen op de plek waar het Pannerdensch Kanaal (Rijn) en de Waal elkaar ontmoeten, is ’s winters guur en kil.
Toch hebben De Koene Ridders, zoals de krakers zich noemen, er een min of meer behaaglijk onderkomen. Wat de gemeente Lingewaard (Gelderland) betreft, behoort dat op korte termijn tot het luisterrijke verleden van het verdedigingswerk.
De betonnen kolos uit 1896, grotendeels verborgen onder zeldzame planten, bijzondere mossen en heel gewone struiken, was ooit het sluitstuk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Manschappen in het fort moesten voorkomen dat de vijand het Pannerdensch Kanaal wist af te dammen, waardoor de Waterlinie droog zou komen te staan. Op het hoogtepunt van zijn glorie, tijdens de mobilisatie tussen 1914 en 1918, werd het bolwerk bewoond door 250 militairen. Ze hoefden tijdens de Eerste Wereldoorlog echter niet in actie te komen. Dat was anders in de meidagen van 1940. Een korte omsingeling door de Duitsers maakte echter al snel een eind aan alle aspiraties van Neêrlands hoop.
Na de oorlog begon het verval. Het fort werd leeggeroofd en de plaatselijke bevolking gebruikte de gracht als stortplek voor puin en andere ongerechtigheden. De geheimzinnige gangen en donkere ruimten oefenden een bijzondere aantrekkingskracht uit op de jeugd in de wijde omgeving. Tegelijkertijd drong het water van de rivieren tijdens hoogwater door in het fort. Hemelwater tastte de dakconstructie aan en condens zorgde aan de binnenzijde voor een aanval op beton en ijzer. Toen een ongenode jeugdige bezoeker van een diepe trap naar beneden stortte, was voor de gemeente de maat vol en werden de schietgaten van het fort, waardoor de jongeren naar binnen kropen, dichtgemetseld.
Dat bleef zo totdat een in het leven geroepen Stichting Fort Pannerden zich met het rijksmonument ging bemoeien. Ze verwierf de pachtrechten van eigenaar Staatsbosbeheer tot 2038 in eigendom, maar renovatie kwam door tal van oorzaken niet van de grond. Ondertussen ging de verpaupering door. Totdat een groep krakers zich het lot aantrok van deze unieke zichtlocatie.
Inmiddels zitten ze er ruim vier jaar en is het woongenot aanmerkelijk verbeterd. Hoewel, het blijft hard werken, vertelt kraker Joost. De gemeenschapsruimten worden op temperatuur gehouden met houtkachels. Doordat de ’slaapkamers’ zich daarboven bevinden, profiteren de krakers van de warmte die door de houten zolder omhoogtrekt. Zomers is het er heerlijk koel.
Daarnaast hebben de krakers gewoon een contract met Nuon voor water en elektriciteit. Ook bezit het fort een vaste telefoonaansluiting en een adsl-lijn om snel te kunnen internetten. De problemen beginnen pas zodra het water in de uiterwaard stijgt. Dan krijgen de bewoners van het betonnen Waalkasteel letterlijk natte voeten. Ze begrijpen dan ook niet dat de gemeente er een toeristisch-recreatieve trekpleister van wil maken met horeca, expositieruimten en conferentiezalen. Wie een kijkje neemt in het fort, hoeft geen deskundige te zijn om te kunnen zien dat dit prestigeproject vele miljoenen euro’s gemeenschapsgeld zal gaan kosten. In eerste instantie worden die geraamd op zo’n 4 miljoen euro.
De gemeente Lingewaard probeert de krakers nu middels bestuursdwang uit het bunkercomplex te krijgen. Het bestemmingsplan voorziet namelijk niet in bewoning van het verdedigingswerk. Bovendien ligt er een plan van aanpak voor restauratie en zou het fort brandonveilig zijn. Dat laatste is inmiddels achterhaald na het aanbrengen van brandmelders en het leegruimen van de vluchtroute.
Zaterdag plofte een brief met dreigende tekst in de brievenbus van De Koene Ridders. Die zijn bepaald niet van plan hun optrekje te verlaten. Behalve dat de gemeentelijke plannen volgens hen niet passen in een natuurgebied, vinden ze dat de toekomst van het fort bij het krakerscollectief beter gewaarborgd is. Wat dat betreft hebben ze goede argumenten. Een toeristische trekpleister betekent immers dat er parkeerruimte voor zo’n honderd voertuigen moet komen. En dat op een plek waar Staatsbosbeheer wilde paarden en runderen heeft lopen. Zo concreet zijn de restauratieplannen van de gemeente trouwens niet, geeft een gemeentewoordvoerder toe.
Ondertussen mag het plaatselijke verenigingsleven gratis gebruikmaken van de ruimten in het fort. Toneel- en muziekverenigingen en zelfs een bijbelkring hebben dat inmiddels al gedaan. De fortbewoners gooien daarmee hoge ogen in de strijd om de sympathie van de Lingewaarders. Maar of het fort daarmee een gratis conferentieoord blijft, is nog een open vraag.