Bouterse lijkt zich bij vonnis in zaak Decembermoorden neer te leggen
De Surinaamse ex-dictator en oud-president Desi Bouterse wekte zaterdagavond ten overstaan van duizenden aanhangers de indruk zich neer te leggen bij een vonnis rond de Decembermoorden van 1982. „We gaan geen rotzooi schoppen in dit land”, zei hij enigszins timide.
De manifestatie in het overvolle partijcentrum van de Nationale Democratische Partij in de hoofdstad Paramaribo hield het midden tussen een soort verkiezingsbijeenkomst en een afscheidsshow van een bekende artiest. Met heel veel gebed, want Bouterse zegt zich twintig jaar geleden bekeerd te hebben. Er waren veel echte ”Boutisten” –zoals de mensen worden genoemd die hem een warm hart toedragen–, maar ook Surinamers die nieuwsgierig een kijkje kwamen nemen omdat ze verwachten dat dit weleens het laatste publieke optreden van hem zou kunnen zijn.
Het groots aangekondigde evenement was in ieder geval het bewijs dat de inmiddels 78-jarige partijvoorzitter in Suriname na ruim veertig jaar nog altijd een factor is om rekening mee te houden en bij een deel van het volk nog altijd razend populair is. Toch was de bijeenkomst voor hen een behoorlijke deceptie. De zichtbaar vermoeide Bouterse had immers beloofd instructies aan zijn achterban te geven over wat zij moeten doen als hij woensdag in hoger beroep inderdaad definitief een lange gevangenisstraf krijgt en zijn gevangenneming wordt gelast. Die instructies bleven echter uit tijdens zijn ruim een uur durende rede.
Chaotische speech
Hij was ook minder strijdbaar dan gebruikelijk en het leek er zelfs op dat hij zich eindelijk heeft neergelegd bij datgene dat waarschijnlijk komen gaat. Hij blikte in een chaotische speech terug op de „verworvenheden van de revolutie”, zoals hij de bloedige dictatuur standaard noemt. Oud-kolonisator Nederland was volgens hem medeverantwoordelijk voor de moorden. Hij herhaalde dat het proces een scenario is van politiek Den Haag om hem uit te schakelen. Bouterse vindt daarom dat er maar één uitspraak mogelijk kan zijn. „Ik hoop dat de rechter zijn verstand gebruikt”, zo liet hij enigszins waarschuwend horen.
Zijn aanhangers waren het met hem eens en lieten dat ook luidkeels blijken. „Baas Bouta, je gaat nergens!” zo klonk het meermaals.