Loonstijgingen nieuwe cao’s vallen lager uit
De loonstijgingen in nieuwe cao’s zijn ook afgelopen maand lager uitgevallen dan eerder dit jaar het geval was, zo werd vrijdag bekend.
Dat past volgens werkgeversorganisatie AWVN in de dalende trend die afgelopen zomer is ingezet, na anderhalf jaar met steeds harder stijgende lonen. De afgenomen inflatie en verslechtering van de economie zorgen nu voor kleinere salarisverhogingen.
De gemiddelde loonstijging die in november in cao’s werd afgesproken kwam uit op 7,1 procent. Dat is lager dan de groei van gemiddeld 8 procent van de maand ervoor, wat de boeken inging als de grootste toename van de afgelopen jaren. In september kwam wel al een einde aan de maandenlange reeks van steeds verder oplopende loonstijgingen.
Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne liep de inflatie snel op. Dat werd deels gecompenseerd door loonstijgingen, al gebeurde dat volgens AWVN met vertraging. In de loop van dit jaar is de inflatie steeds verder afgekoeld, wat nu ook tot uiting komt in de beperkte toename van cao-lonen. Ook een toename van het aantal faillissementen en andere economische onzekerheden dragen hier volgens de werkgeversorganisatie aan bij.
De huidige loonstijgingen zijn historisch gezien nog wel altijd ongekend hoog. In de cao’s van dit jaar is gemiddeld een loonsverhoging van 7,4 procent afgesproken. Vorig jaar was dat 3,8 procent.
Als het aan werkgevers ligt, zullen werknemers hun lonen niet meer overal zo hard zien stijgen als het afgelopen jaar. De werkgeversorganisaties VNO-NCW, AWVN en MKB-Nederland lieten vorige week weten dat de „historisch hoge” loonstijging niet houdbaar is.
De belangenverenigingen pleiten voor een gematigde loongroei in de komende tijd om de investeringen en arbeidsproductiviteit op peil te houden en daarnaast grote uitdagingen als de vergrijzing en verduurzaming betaalbaar te houden.