Volgens de brancheorganisatie gaat het pensioen in een enkel geval wel met 8 procent omhoog. „Verhogen lijkt logisch, omdat iedereen de inflatie in de portemonnee voelde. Toch zie je bij een flink aantal fondsen dat de pensioenen in 2024 niet omhoog gaan, omdat de prijsstijging over de door hen gehanteerde periode van twaalf maanden gelijk is aan nul of zelfs negatief”, aldus Jaarsma. Hij benadrukt dat elk fonds een eigen afweging moet maken.

Van de circa honderd fondsen waarvan de Pensioenfederatie al gegevens binnen heeft, zit er bij ruwweg een kwart geen verhoging in. Maar dat geeft nog geen totaalbeeld, want bij de brancheorganisatie zijn ongeveer 160 fondsen aangesloten. Onder meer bpfBOUW, het fonds voor de bouwsector, maakte al bekend de pensioenen per 1 januari volgend jaar niet te verhogen.

De oorzaak is niet een penibele financiële situatie; veel fondsen staan er juist heel goed voor dankzij de gestegen rente. Maar in hun beleid is vastgelegd dat ze voor een besluit over indexeren van de pensioenen, oftewel aanpassen aan de inflatie, kijken naar prijsindexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Die zijn de laatste tijd flink gedaald, omdat de gasprijzen de laatste tijd lager liggen dan een jaar terug. Waar een fonds precies op uitkomt hangt ook erg af welke peildatum het fonds hanteert voor het nemen van een besluit over de pensioenen.

„Ten tweede kijken pensioenfondsbestuurders terug naar de indexatie die ze al verleend hebben”, geeft Jaarsma aan. Hij noemt ook nog de exacte financiële gezondheid en de samenstelling van het deelnemersbestand. Dit kan per fonds flink verschillen, en eveneens verklaren waarom het ene fonds de pensioenen wel stevig verhoogt en het andere niet.