Mensenrechtenprijs EU uitgereikt aan advocaat van Iraanse winnares
Het Europees Parlement heeft zijn jaarlijkse mensenrechtenprijs uitgereikt aan een advocaat van de familie van de Iraanse 22-jarige prijswinnares Jina Mahsa Amini. De prijs wordt gedeeld met de Iraanse vrouwenbeweging Vrouwen, Leven, Vrijheid.
De prijsuitreiking maakte nogmaals duidelijk hoe het met de vrouwenrechten in Iran is gesteld. De Sacharovprijs, zo was in oktober al bekendgemaakt, is postuum voor Jina Mahsa Amini. De vrouw kwam vorig jaar om het leven drie dagen nadat de Iraanse zedenpolitie haar had meegenomen vanwege een verkeerd gedragen hoofddoek. In haar plaats wilden Jina Amini’s ouders en broer dinsdag de prijs van 50.000 euro in het Europees Parlement in Straatsburg in ontvangst nemen. Maar Amini’s familie werd afgelopen weekeinde op weg naar Straatsburg tegengehouden op de luchthaven van Teheran.
De advocaat van Amini’s familie bracht het wel tot Straatsburg. Hij las tijdens de prijsuitreiking in een volle parlementszaal een verklaring voor van Amini’s moeder. Die vergeleek haar dochter Jina met een andere „inspirerende dochter”, de Franse Jeanne d’Arc. Deze Franse heldin streed rond 1425 ook voor haar idealen en moest dat, net als Jina, met de dood bekopen. De tegenstanders van Jeanne d’Arc „geloofden door haar te verbranden ook haar dromen in rook te laten opgaan”. Maar, aldus de moeder, haar dood heeft eerder krachten losgemaakt die onverslaanbaar zijn. De moeder zei te hopen dat de naam van haar dochter, net als die van Jeanne d’Arc, een „symbool van vrijheid” wordt.
Amini’s dood leidde in Iran tot massale protesten die maanden aanhielden. De protestbeweging Vrouwen, Leven, Vrijheid, die door Jina Amini’s dood op gang is gebracht, deelt in de prijs. Van deze beweging waren twee leidsvrouwen aanwezig in het Europarlement.
De Sacharovprijs „voor de vrijheid van denken” wordt ieder jaar in Straatsburg uitgereikt. De onderscheiding is vernoemd naar Sovjetdissident en Nobelprijswinnaar Andrej Sacharov en wordt sinds 1988 toegekend. Vorig jaar ging de prijs naar het Oekraïense volk.