COP28-voorzitter sultan Ahmed Al-Jaber, tevens topman van Abu Dhabi National Oil Company (ADNOC), heeft laten weten dat hij ook de olie- en gasindustrie bij de klimaatstrijd wil betrekken. De vijftig leden van het Oil and Gas Decarbonization Charter, die de toezeggingen onderschrijven, zijn goed voor ongeveer 40 procent van de mondiale olieproductie.

Al-Jaber spreekt van een „geweldige eerste stap”. „We hebben de hele industrie nodig om 1,5 graden Celsius binnen bereik te houden.” Toch scharen niet alle grote olieconcerns zich achter de beloftes. De meest opvallende afwezigen zijn Chevron en ConocoPhillips. Ook de grootste olie- en gasbedrijven van China hebben zich niet aangesloten.

Milieuorganisaties zijn niet onder de indruk en reageren enigszins verontwaardigd op de aankondiging. „We hebben geen tijd voor nog meer toezeggingen en initiatieven met mooie namen”, zo klinkt het bijvoorbeeld bij 350.org, een beweging die een einde wil maken aan het gebruik van fossiele brandstoffen.

„Dit is een rookgordijn, waarachter de grootste vervuilers zich verschuilen”, stelt klimaatexpert Maarten de Zeeuw van Greenpeace Nederland verder. „De wereld heeft echte oplossingen nodig, geen geneuzel in de marge. Olie- en gasbedrijven gaan niet zelf het einde van het fossiele tijdperk inleiden. Daar kunnen we niet op vertrouwen. We hebben wetten nodig, niet vrijblijvende beloftes. De fossiele industrie moet stoppen met nieuwe olie- en gaswinning. En gaan opdraaien voor alle klimaatschade die ze aanrichten.”

In de toezeggingen van de oliemaatschappijen zijn zogeheten scope 3-emissies, oftewel de uitstoot die wordt veroorzaakt door het gebruik van de door hen gemaakte brandstoffen, niet meegenomen. Dat houdt in dat ze bijvoorbeeld niet de uitstoot meerekenen van auto’s die benzine hebben getankt bij Shell. Dit terwijl het juist deze vorm van uitstoot is die volgens klimaatactivisten de meeste klimaatschade veroorzaakt.