”Schaap en Geit”
Auteur: Marleen Westera
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam, 2004
ISBN 90 5637 617 9
Pagina’s: 124
Prijs: € 12,50. In een wei staan een schaap en een geit. Een simpel gegeven, dat weinig stof biedt voor een verhaal, laat staan een boek. Marleen Westera presteerde het echter om ”Schaap en Geit” te schrijven. Het een verrassend en diepzinnig debuut, vol humor en filosofie - hoewel het christelijke element ontbreekt.

In ”Schaap en Geit” gebeuren geen opzienbarende dingen. De dieren staan in de weide en mekkeren over alledaagse dingen. Ze eten gras, klaver of paardebloemen. Af en toe komt de boer. Hij timmert een stal, repareert het hek of brengt Koe voor een poosje in de wei. Er komt een eend of een kikker op bezoek, voor de rest niets nieuws onder de zon.

Maar wie aan het boek begint, leest het in één ruk uit. Want de gesprekken tussen Schaap en Geit zijn boeiend, humoristisch en herkenbaar. Ze lopen elkaar in de weg, ze maken ruzie over wie de meeste paardebloemen pikt, het is warm, koud, het regent of het stormt. „Was je bang, Schaap?” „Dat kon niet”, zegt Schaap. „Jij was al bang.”

Maar Schaap en Geit filosoferen ook over andere zaken. Over als ze er niet meer zijn. Over geluk en verlangen. Schaap droomt over een grote kudde schapen. „En een herder die ons allemaal telt. En dan mist hij mij. Want ik ben kwijt. En hij gaat mij zoeken. En als hij mij vindt is hij zó gelukkig…”

Geit wil graag een compliment voor zijn verjaardag. Het hoeft niet lang te zijn, als het maar een compliment is. „Een compliment”, denkt Schaap, „waar moet ik dat vandaan halen? Uit de wind? Uit de struiken?” Als Geit jarig is, heeft ze het eindelijk gevonden. „Het zit in mijn hart. Ik pak het zelf voor je uit. Hier komt het.” En met een plechtig gebaar zegt Schaap: „Geit, je bent aardig.”

De tekeningen van Sylvia van Ommen sluiten naadloos aan bij de tekst, die gelezen kan worden vanaf een jaar of acht.