Rechter oordeelt na klachten dat 5G-plan kabinet in orde is
De rechtbank van Rotterdam ziet niets verkeerd in de manier waarop het kabinet frequenties voor 5G heeft verdeeld. Telecombedrijven en lokale gebruikers als Schiphol en de haven van Rotterdam waren ontevreden en spanden een rechtszaak aan. Maar een minister kan onmogelijk iedereen tevreden stellen doordat alle belangen sterk uiteenlopen, stelt de rechter.
De klachten draaiden om het nationaal frequentieplan van het ministerie van Economische Zaken, een soort bestemmingsplan voor verschillende delen van het spectrum voor 5G dat snelle internetverbindingen mogelijk maakt. Telecomaanbieders klaagden dat het deel dat zij na een frequentieveiling zouden kunnen krijgen te beperkt was door de reservering van delen van het spectrum voor lokale gebruikers.
De lokale gebruikers hadden juist geklaagd dat ze het verkeerde deel van de 5G-frequenties toegewezen kregen en soms ook een te klein deel. Dat zou innovatie in bijvoorbeeld de haven van Rotterdam met autonoom varende schepen in de weg zitten.
Maar de rechter is terughoudend met oordelen over de inhoud van het nationaal frequentieplan, omdat dit vooral politieke afwegingen zijn geweest. De rechtbank heeft daarom vooral gekeken of de plannen evenredig zijn en de minister zorgvuldig heeft gehandeld. Dit bleek volgens de rechter inderdaad zo te zijn.