Gedeputeerde Utrecht: ambtenaren onheus bejegend in brief jagers
De Utrechtse gedeputeerde Mirjam Sterk (natuur en landbouw, CDA) vindt dat de Utrechtse Wildbeheereenheden (WBE’s) de ambtenaren van de provincie „onheus hebben bejegend” in een brief over het provinciale ontwerpprogramma voor faunabeheer. In de brief stellen de WBE’s dat het programma volledig „kan worden gelezen als een beleidsdocument van de Dierenbescherming”.
De jagers vinden dat de ambtenaren bij het opstellen van het programma vooringenomen zijn geweest. Wij kunnen „niet anders dan concluderen dat uw ambtenaren dit proces hebben ‘gekaapt’ en eenzijdig bezig zijn geweest de inhoud vast te stellen die allang vooraf als doelstelling was bepaald”, schrijven de WBE’s.
Sterk zei tijdens een vergadering van de commissie milieu en groen dat faunabeheer een onderwerp is dat binnen en buiten het provinciehuis veel emoties oproept en dat je bij de kwestie niemand helemaal tevreden kan stellen. „Maar dat ambtenaren onheus worden bejegend en in diskrediet worden gebracht geeft geen pas. Het is belangrijk dat we naar elkaar luisteren”, zei de gedeputeerde.
Bob Canjels erkende in de vergadering namens de WBE’s dat de brief „scherp van toon” is, maar dat dit vooral een uiting van frustratie onder de jagers is. Hij zei de scherpe bewoordingen terug te nemen, maar voegde eraan toe dat de jagers wel meer inspraak hadden willen hebben bij het opstellen van het nieuwe programma faunabeheer. Volgens de WBE’s sorteert de provincie in het nieuwe programma voor „op méér monitoring, méér inzet van diervriendelijke methoden van verjaging en schadebestrijding en alleen in het uiterste geval nog ondersteunend afschot”.
„Maar beheer is in een aantal situaties simpelweg noodzakelijk”, zei Canjels. Hij wees onder meer op het grote aantal damherten in de Waterleidingduinen in Noord-Holland.