Volgend jaar is het zo ver
„Het is tijd om helderheid te verschaffen”, hield dr. B. Plaisier donderdagavond de leden van de triosynode van de Samen op Weg-kerken voor. Als het aan het synodebestuur ligt, wordt het uiteindelijke verenigingsbesluit op 12 december volgend jaar genomen. „De tijd is voorbij om ons bezig te houden met modellen die scheuringen moeten voorkomen en ons soms alleen verder van de huidige en toekomstige eenheid afvoeren”, aldus de SoW-scriba.
Bijgaand de integrale tekst van zijn rede.
„Het SoW-proces nadert zijn voltooiing. Dit jaar is het veertig jaar geleden dat 4500 leden van onze kerken in de Jaarbeurshallen bijeenkwamen als reactie op de oproep van achttien hervormde en gereformeerde predikanten. De predikanten hadden met Pinksteren 1961 een bewogen oproep gedaan om de gescheidenheid tussen beide kerken te doorbreken. Er was voor Pinksteren gekozen, want het verenigingsproces begon als een missionaire beweging. Niet alleen speelde Christus’ gebed om eenheid een belangrijke rol, maar ook de motivering van Zijn gebed: „opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt.” Samen op Weg ontstond vanuit het ideaal ”het Woord van God voor de gehele samenleving”.
Na deze start werd zo’n vijftien jaar lang vooral in de gemeenten het gesprek over wederzijdse toenadering gevoerd en kwam het op veel plaatsen tot samenwerking. Veel tijd werd genomen om gemeenten met elkaar kennis te laten maken en tot elkaar te laten komen. Samen op Weg mocht geen proces van dwang of haast worden. In de kerk hebben we de tijd. De vereniging zou moeten groeien vanuit de plaatselijke gemeenten.
Na twintig jaar -halverwege de jaren tachtig- kwam de tijd om alle gemeenten en kerken te raadplegen over de voortgang van het proces. Er was een concrete vraag: „Kunt u instemmen met de voortgang van het proces van hereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland?” Er kwam een lawine aan reacties binnen. Inderdaad konden de gemeenten daarmee in grote meerderheid instemmen. In 1986 -100 jaar na de Doleantie- verklaarden de twee kerken zich ”in staat van hereniging”. Zij namen de ”Verklaring van overeenstemming ten aanzien van het samen kerk zijn” aan. Toen dit kerkbreed duidelijk was geworden, kon op het spoor van de vereniging verder worden gegaan. Inmiddels ook met de in 1986 officieel toegetreden Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. In 1992 presenteerde de werkgroep kerkorde een concept van de kerkorde van de verenigde kerk. Deze werd een jaar later in eerste lezing aanvaard. Na uitvoerige raadpleging van de mindere vergaderingen werd deze in 1997 vastgesteld (met uitzondering van de naam van de kerk) en werden ook de ordinanties in eerste lezing vastgesteld.
Slijtage
Inmiddels zijn we weer vijf jaar verder en werkt de werkgroep kerkorde met haar vele medewerkers stug door aan het kerkordegebouw, en daarmee aan de vormgeving van een verenigde belijdende missionaire kerk. Een proces dat zo lang duurt, raakt onderhevig aan slijtage. De vele gefedereerde gemeenten leven al één generatie geheel samen en soms zelfs al twee generaties. Veel van hen begrijpen niet meer wat er bovenplaatselijk gebeurt en ervaren een toenemende vervreemding. Hun plaatselijke kerk correspondeert niet meer met de bovenplaatselijke. De neiging bestaat om zich steeds meer in zichzelf te keren en zich af te wenden van de bovenplaatselijke ambtelijke vergaderingen. Onze kerken lijken zich soms te transformeren in eilandenrijkjes. Een proces dat in generaties lijkt te denken, moet het hebben van het doorvertellen van het verhaal hoe het begon en wat beoogd werd. Maar wie wil en kan dit nog vertellen?
Daarbij zijn we afhankelijk van de consistentie van de besluitvorming. Dit is echter moeilijk als het lang duurt en de synodeleden gedurig wisselen. De weg van Samen op Weg wordt gekenmerkt door langdurig stilstaan en passen op de plaats. Bij werkelijk elke kruising is langdurig gerust en gediscussieerd over de te nemen richting. Soms werden stukken van de weg ook teruggelopen. Er was hernieuwde bezinning en bijstelling van kerkordeteksten. Er werd geluisterd en weer gesleuteld.
Na een lange periode van breed kerkelijk overleg aan het einde van de eeuw, stelden we in januari 2000 vast dat we nu definitief verder konden naar de afronding van het proces van vereniging. In dat licht heeft in het vorige najaar het triomoderamen zich bezonnen op de tijdsduur van het nog te lopen traject. Na langdurig overleg werd besloten in de laatste fase een ander model toe te passen dan tot op heden gebruikelijk was. Gekozen werd voor een traject van afronding waarbij alle nog te maken kerkordelijke teksten tegelijkertijd zullen worden gemaakt en als één pakket aan de triosynode zullen worden aangeboden. Daarmee verliet het moderamen de tot dan toe gebruikelijke ”volgtijdelijke” opzet, waarbij alle kerkordelijke teksten na elkaar behandeld moeten worden. Door deze keus kan het uiteindelijke besluit over de vereniging duidelijk eerder genomen worden.
Niet vanzelf
Dit alles kan natuurlijk niet vanzelf. In het Landelijk Dienstencentrum (LDC) is nu al bijna twee maanden een versterkte projectgroep kerkorde actief. Verschillende auteurs van de kerkorde hebben tijdelijk hun huidige functie geminimaliseerd om zich soms fulltime aan de kerkorde te kunnen wijden. Er zijn daarbij vervangers voor hun eerdere werk aangesteld. Ook zijn bepaalde medewerkers van de afdeling juridische zaken in het LDC geheel vrijgesteld voor de kerkorde en de komende regelingen. Onder leiding van mevrouw mr. Willemze is een groep van meer dan tien mensen actief om de benodigde teksten te maken. Het doel is dat de werkgroep kerkorde en de kerkeigen commissies kerkorde de nog resterende teksten binnen enkele maanden kunnen vaststellen. Het ziet er op dit moment naar uit dat u aan het begin van de herfst alle ontbrekende teksten voor de ordinanties, maar ook alle overgangsbepalingen en de resterende tekst van de kerkorde op uw tafel zult hebben.
Dit betekent dat het triomoderamen voornemens is om u in de novembervergadering, en wellicht ook in een extra vergadering in december, tevens een voorstel voor de naam van de verenigde kerk voor te leggen. Sommige ordinantieteksten zullen wellicht een aparte consideratie van de mindere vergaderingen vereisen. Dit betekent dat van de classicale vergaderingen gevraagd zal worden zich in de eerste maanden van het volgende jaar over die teksten uit te spreken. Daarnaast zullen in het voorjaar van 2003 de ontbrekende generale regelingen aan de triosynode worden voorgelegd. Tevens zal dan ook de eerste lezing van het verenigingsbesluit geagendeerd worden. In dit vastgestelde schema zal het uiteindelijke verenigingsbesluit op 12 december van het volgende jaar genomen worden. Bij een positief besluit zal de uiteindelijke vereniging van onze kerken in het eerste kwartaal van 2004 haar beslag kunnen krijgen.
Spankracht bereikt
Het triomoderamen heeft om een aantal redenen voor dit geconcentreerde traject gekozen.
De eerste reden noemde ik u reeds: de kerken dreigen door het lange proces in een Samen op Weg-eilandenrijk uiteen te vallen. De spankracht van de gefedereerde gemeenten heeft haar grens bereikt.
Vooral de laatste tien jaren zijn wij als Samen op Weg-kerken te veel en te eenzijdig bezig geweest met onszelf en met kerkstructuren. Dat wat begon als een missionaire beweging leek te verzanden in kerkorderegels en discussies over waarborgen. In een tijd waarin de Nederlandse samenleving in een sneltreinvaart seculariseert en de behoefte aan de bevrijdende kracht van het Evangelie en aan een richtinggevend geluid van de kerk toeneemt, lijken wij elkaar in gijzeling te houden met binnenkerkelijke problematieken. Dit kan en mag zo niet veel langer doorgaan.
Door de lange weg en het onduidelijke traject wordt het vertrouwen in het goede einde van het verenigingsproces steeds minder. Ook groeit de verwarring. Omdat we niemand uit onze kerken willen verliezen, worden er steeds voorstellen gedaan om scheuringen te voorkomen. In de intentie verschillen we niet van elkaar: we willen geen breuken. In de uitwerking echter wel. Vaak werden er oude -reeds afgewezen- voorstellen in een nieuw jasje op tafel gelegd. Soms werd geroepen dat het te snel ging en dat er een tijd van stilstand nodig was. Opvallend is dat er vaak alleen gesproken wordt over mogelijke scheuringen. Alsof de afgelopen veertig jaar niet gekenmerkt zijn door langdurig werken aan eenheid. Daarom is er ook alles aan gedaan om iedereen een veilige en gewaarborgde plaats te geven in de verenigde kerk. Genoemde zorg leidt echter soms tot modellen waarin de eenheid openlijk wordt opgegeven. Zoals in het allernieuwste plan, waarin nota bene een opdeling van de Hervormde Kerk gezien wordt als middel om scheuringen te voorkomen. Dit is een onbegaanbare weg. Daarom is het tijd om helderheid te verschaffen.
Er is echter nog een belangrijker reden voor deze concentratie. Als het einddoel diffuus is, blijft ook de voorbereiding tot de vereniging vaag. Dan ontbreekt ook de urgentie om gericht toe te rusten en de gemeenten voor te lichten. Op die wijze laten we ons ook een afgebakende voorbereidingstijd tot de vereniging ontnemen. Vandaar dat het triomoderamen gekozen heeft voor een traject van anderhalf jaar waarin verdieping centraal staat. Het triomoderamen koos unaniem voor een traject waarin we ons zullen gaan concentreren op het hart van ons kerkzijn. Het zal ook leiding gaan geven aan een proces van verdieping en verbreding van het Samen op Weg-proces. De kerk: dat zijn we samen. Allen zijn we verantwoordelijk om elkaar vast te houden - ondanks onze soms grote diversiteit. Ons doel is al veertig jaar helder: het bijeenbrengen van de verstrooide kinderen van God. De tijd is voorbij om ons bezig te houden met modellen die scheuringen moeten voorkomen en ons soms alleen verder van de huidige en toekomstige eenheid afvoeren. Nu is het de tijd dat ieder voor zich de verantwoordelijkheid neemt voor de eenheid en heelheid van de kerk.
Inkeer en bezinning
Concreet betekent dit het volgende:
Het triomoderamen en de leden van de pas opgeheven raad van deputaten Samen op Weg zijn in het komende seizoen beschikbaar voor bijeenkomsten van classes, andere ambtelijke vergaderingen en groepen. In het komende seizoen is ook voor het triomoderamen deze voorlichtende taak de eerste prioriteit. Hierbij zullen de Regionale Dienstencentra (RDC’s) een belangrijke rol gaan spelen. Er zal ook een beroep gedaan worden op vooraanstaande kerkleden om het land in te gaan om de kerkleden van informatie te voorzien.
Het triomoderamen heeft in de afgelopen weken over dit traject met modaliteitsbesturen gesproken. Zij zijn uitgenodigd om deel te nemen aan door het moderamen in te stellen initiatiefgroepen. Er worden diverse groepen ingesteld. In de meeste gevallen zijn deze samengesteld uit mensen vanuit een bepaalde modaliteit die de gevoeligheden en vragen van de eigen kring goed kennen. Zij krijgen met steun van het LDC en de RDC’s de taak om de eigen achterban voor te lichten en vragen op te lossen die in de gemeenten leven. Er is in onze gemeenten soms een duidelijke informatieachterstand, waardoor er volstrekt onjuiste ideeën leven over het kerkelijk leven in de verenigde kerk. Er zullen brochures, flyers en ander materiaal komen om bij deze voorlichtende taak te helpen.
Het triomoderamen stelt aan alle gemeenten voor het komende seizoen tot een tijd van geestelijke verdieping en concentratie op het gemeentezijn te maken. Het gaat om inkeer, om bezinning, gebed en vooral ook om dienstbaarheid. Hiervoor zal vanuit het LDC -bijvoorbeeld ook met andere groepen in onze kerken- materiaal gemaakt worden. Van groot belang is het geloofsgesprek in maar ook tussen de gemeenten. Het triomoderamen spreekt de wens uit dat het komende jaar, waarin we op de drempel van de vereniging staan, een jaar van gebed en bezinning zal zijn. De website van de Samen op Weg-kerken zal om dit te stimuleren steeds nieuw materiaal leveren.
Voor het LDC en de RDC’s is dit afrondingsproject van groot belang. De arbeidsorganisatie, die al enige jaren de eenheid van onze kerken praktiseert, richt zich in alle facetten van haar werk op de gemeenten die op weg zijn naar eenheid. Juist ook onze arbeidsorganisatie snakt naar het moment dat we als kerken daadwerkelijk één zijn, en vanuit één gemeenschappelijk perspectief zullen spreken en handelen.
Vele praktische zaken zullen geregeld moeten worden. Onder andere zullen alle gemeenten zich moeten bezinnen op de bij de eigen gemeente passende vorm van samenwerking of eenheid op plaatselijk vlak. Hiervoor komen in de loop van volgend jaar modellen beschikbaar.
Veel zal gedaan worden aan voorlichting. Een eerste vrucht hiervan krijgt u direct hierna uitgereikt: het eerste kleurenkatern van Kerkinformatie dat ter gelegenheid van deze bekendmaking is uitgegeven. Hierin vindt u veel informatie. In de komende anderhalf jaar zal er veel van u gevraagd worden. Het triomoderamen heeft er vertrouwen in dat u zich in het perspectief van het spoedige verenigingsbesluit deze inspanning wilt getroosten. Het gaat immers om onze gemeenschappelijke roeping. Vele problemen dienen nog te worden opgelost. In elk van de drie kerken zijn nog specifieke vragen aan de orde die beantwoord dienen te worden. Ik bemerk echter ook hoeveel leden van onze kerken voor ons bidden en bidden om eenheid. Mogen we ons op die vleugels gedragen voelen.
We realiseren ons ook hoe deze mededeling door een grote groep in onze kerken met scepsis en met zorg wordt begroet. Wij kennen hun zorgen. Zij zijn dagelijks in onze gedachten en gebeden. Het triomoderamen is echter van mening dat ook zij geholpen zijn met duidelijkheid over de laatste fase. Wij willen ons verplichten om binnen het kader van de door ons vastgestelde kerkorde tot het laatst toe met hun vragen en zorgen rekening te houden. Wij willen elkaar niet kwijt, maar juist vinden en intensiever ontmoeten. Daarbij zijn we er ook stellig van overtuigd dat hun inbreng onze verenigde kerk zal verrijken. Wat vele jaren geleden op een pinksterdag in Utrecht begon, staat op het punt om gerealiseerd te worden. Volgend jaar is het zo ver.
Veni Creator Spiritus.”