Van Strien stopt, wat moet Wilders nu?
Na het afhaken van Gom van Strien moet Wilders een nieuwe verkenner voordragen. Welke opties heeft hij?
Hoe zou Wilders zich hebben gevoeld nadat hem gewaar werd dat Van Strien in opspraak was geraakt? Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig om een van woede kokende partijleider voor je te zien, die Van Strien stampvoetend toebeet: „Waarom heb je me dat niet eerder verteld?”
Afgelopen voorjaar ontdekte Van Striens oude werkgever, de Universiteit Utrecht (UU), onregelmatigheden bij Utrecht Holdings; een dochteronderneming waar Van Strien van 2002 tot 2009 directeur was. De universiteit deed aangifte en stuurde ook een gepeperde brief naar Van Strien. Die diende zijn oude bazen van repliek en ging ervan uit dat de kwestie daarmee was afgedaan, zei hij zaterdag. Van een aangifte wist van Strien naar eigen zeggen niets, laat staan dat die mede tegen hem was gericht.
Wat daar ook van zij, Van Strien reageerde nogal halfslachtig door zaterdag eerst te verklaren dat hij door zou gaan, om ruim een dag later alsnog zijn taken als verkenner neer te leggen. Verder is het op z’n minst ietwat naïef te noemen dat hij ervan uitging dat de universiteit het erbij zou laten zitten; zeker na zo’n eerste brief. De eerste berichten duiden er namelijk op dat de UU mede door zijn handelen mogelijk zo’n 2 miljoen euro aan dividendbetalingen is misgelopen. Als er dan met de beschuldigende vinger jouw kant wordt op gewezen, kun je toch op je klompen aanvoelen dat een rechtszaak als vervolgstap dan een reële optie is.
Hoe dan ook, de PVV’er is van het toneel verdwenen én er moet een nieuwe verkenner komen. Wilders is daarvoor aan zet.
Eén van de opties is om opnieuw te gaan shoppen in zijn eigen PVV-netwerk. Potentiële verkenners zijn daarin echter niet dik gezaaid. De PVV is immers geen ledenpartij, met een groot bestuur en een veelheid aan commissies of netwerken. Er zijn ook geen PVV-burgemeesters of – wethouders. Het enige politieke kapitaal dat Wilders heeft, zit in de volksvertegenwoordiging. In theorie zou hij die lijst er nog een keer bij kunnen pakken, of kunnen shoppen in het overzicht van politici met wie hij de afgelopen jaren in de Tweede Kamer nog redelijk constructief heeft samengewerkt. Die zijn er op zich wel, toch zitten daar mitsen en maren aan.
In de afgelopen maanden is namelijk maar liefst drie keer op rij uitgesproken dat een verkenner als het even kan op afstand moet staan van de dagelijkse politiek. De evaluatiecommissie die de rommelige formatie van 2021 evalueerde deed die aanbeveling, gevolgd door de Raad van State en tenslotte ook de Tweede Kamer zelf. Die aanvaardde in oktober een motie van D66 en GroenLinks, waarin staat dat de aanstelling moet plaatsvinden met inachtneming van het advies van de evaluatiecommissie.
Toen de PVV Van Strien naar voren schoof, gromden diverse fractievoorzitters al ontstemd ‘dat die toch nog steeds in de actieve politiek zat’. Als Wilders hen niet weer tegen de haren wil instrijken, zal hij dit keer toch iets verder moeten kijken.
Wat hij kan doen, is gehoor geven aan het advies van de Raad van State. Die tipte de vicevoorzitter van de Raad van State voor de verkennersrol, of de voorzitter van de Eerste dan wel de Tweede Kamer. In elk geval „een vaste functionaris”, die nu ambtshalve ook al bemoeienis met de formatie heeft. Wilders zou ook kunnen denken aan een minister van Staat, zoals bijvoorbeeld oud-premier Balkenende of oud-minister Donner. Die zouden na een geslaagde verkenning ook meteen doorkunnen als informateur.
Maar er is nog een derde optie die voor Wilders veel aantrekkelijker is, namelijk het voordragen van een VVD’er met afstand tot de politiek én met voldoende gezag om huidig VVD-partijleider Yeşilgöz te bewegen zonder het maken van allerlei voorbehouden met Wilders in gesprek te gaan. Twee ervan hebben zich al gemeld in de Telegraaf. Oud-minister Hans Hoogervorst en oud-minister en -fractievoorzitter Halbe Zijlstra. Of die voldoende overwicht op Yeşilgöz en de VVD-Tweede Kamerfractie hebben, is de vraag. Maar als dat niet zo is, valt die lijst valt zeker uit te breiden.
Hoe dan ook, voor de PVV-leider is het nu sowieso zaak op safe te spelen. Een tweede afgang kan hij zich niet meer veroorloven. In dat geval zal er geheid discussie ontstaan over de vraag of een partij die nog niet eens een verkenner kan voordragen überhaupt wel geschikt is voor het landsbestuur.