Hyundai Kona: een ruime, maar rumoerige auto
Met de Kona maakte Hyundai in 2017 meteen een geslaagde entree onder de compacte SUV’s. Met de elektrische versie werd een volgende stap gezet. Na zes jaar was voor het merk de tijd rijp voor een tweede oplage.
De hybride beschikt over een 141 pk sterke, 1,6 liter benzinemotor, die volledig identiek is aan zijn voorganger. Daarbij is meteen de kracht van de elektromotor gerekend. Daarop kan de auto korte afstanden elektrisch rijden, maar deze kan tevens worden ingezet om extra kracht te leveren bij accelereren. Dat samengaan resulteert in een keurig praktijkverbruik dat met extra beheersing van de rechtervoet nog lager uitkomt.
Qua formaat is de Kona fors gegroeid, waardoor het krachtige, compacte uiterlijk plaats heeft gemaakt voor een minder kenmerkende vormgeving. De auto is maar liefst 15 centimeter langer, iets breder, fractioneel hoger en heeft een langere wielbasis. Dat laatste is vooral goed nieuws voor de beschikbare binnenruimte. Ook het bagagevolume profiteert hiervan mee en haalt 407 liter onder de klep.
Het interieur is een en al moderniteit, met een dashboard dat bestaat uit twee gekoppelde beeldschermen. Gelukkig heeft het merk de bedieningsknoppen niet wegbezuinigd. Alle basisfuncties kunnen zo eenvoudig worden gevonden. Andere zaken moeten in het centrale scherm worden opgezocht. Volgens Europees voorschrift mogen waarschuwingssignalen niet permanent worden uitgezet. Want Hyundai rust zijn Kona uit met tal van mateloos irritante piepjes. Het ergste is wel het signaal dat klinkt als de auto vindt dat de bestuurder, door een camera in de gaten gehouden, de aandacht niet op de weg heeft of niet stabiel in een rechte lijn rijdt. Dit signaal is simpelweg te hard en houdt te lang aan. Door de irritatie verdwijnen alle goede rijeigenschappen van de Hyundai naar de achtergrond. De bestuurder zou gediend moet worden door de auto en dat lijkt hier bijna andersom.