Kloof tussen leiding CU en kiezers
De ChristenUnie likt haar wonden. Nooit kreeg de partij zo’n dreun als bij de Tweede Kamerverkiezingen van woensdag. Wat is daarvan de dieperliggende oorzaak?
De populariteit van de ChristenUnie loopt aanzienlijk terug. Verloor de partij eerder dit jaar al een van de vier zetels in de Eerste Kamer, afgelopen week bleek dat de partij in de Tweede Kamer maar liefst twee van de vijf zetels kwijtraakt. Partijleider Mirjam Bikker sprak van „een bittere pil”.
Onderzoeksbureau IPSOS peilde voor de NOS de kiezersbewegingen. Daaruit blijkt dat ongeveer de helft van de kiezers die in 2021 voor de ChristenUnie koos, dat in 2023 ook deed. Nog nooit boekte de ChristenUnie zo’n slecht verkiezingsresultaat. Voor het eerst sinds haar ontstaan behaalde de partij minder stemmen dan de SGP.
Van de ChristenUnie-kiezers uit 2021 stapte woensdag ongeveer een derde deel over naar partijen die rechtser en conservatiever zijn dan de CU, te weten NSC, SGP, CDA, VVD en BBB. Een kleine 10 procent maakte de overstap naar linkse en progressieve partijen. Ook een aanzienlijk deel kiezers uit 2021, 6 procent, bleef thuis. Kennelijk bekoort de huidige koers van de partij een groot deel van de kiezers niet.
Van oorsprong behoorden de voorlopers van de ChristenUnie, RPF en GPV, met de SGP tot wat destijds ”klein rechts” werd genoemd. Na het ontstaan van de ChristenUnie in 2000 koos de partij een andere koers, en noemde ze zich christelijk-sociaal.
Uit het IPSOS-onderzoek valt af te leiden dat het overgrote deel van de overlopers een rechtsere en conservatievere koers verlangt. Er gaapt kennelijk een kloof tussen hetgeen de politieke leiding van CU voorstaat en wat de kiezers vinden. De uitslag van afgelopen woensdag bracht dat aan het licht.
Die ontevredenheid manifesteert zich op een aantal terreinen. In de klassieke ChristenUnie-bolwerken, zoals Bunschoten en Oldebroek, hebben ze er onder meer moeite mee dat de landelijke fractie in Den Haag zaken als de verstrekking van de abortuspil via de huisarts en de afschaffing van de bedenktermijn voor abortus niet blokkeerde. Twintig jaar geleden was het ondenkbaar dat de partij dit zou laten gebeuren. Een deel van de achterban heeft ook moeite met het standpunt van de partij ten aanzien van homoseksualiteit. Twintig jaar geleden was het onvoorstelbaar dat de CU volkvertegenwoordigers had die samenleven met mensen van hetzelfde geslacht.
Ongetwijfeld zijn er ook partijgenoten die moeite hebben met de grote instroom van migranten. Het huidige kabinet was niet in staat om die te reguleren, laat staan in te perken. Op dit punt staan de rechtsere en conservatieve partijen strengere maatregelen voor. Een deel van de CU-achterban is daar kennelijk ook voor.
De leiding van de ChristenUnie gaat ongetwijfeld deze nederlaag nader onderzoeken. Dan zal ook de vraag aan de orde komen of de partij weer een rechtsere en conservatievere koers wil gaan varen om kiezers die de partij nu de rug toekeerden, terug te winnen.