Meditatie: Verloren of behouden
Mattheus 25:41
„Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk voor de duivel en zijn engelen bereid is.”
Helaas die aan Zijn linkerhand staan, zullen horen: „Wat denkt u, is deze zaak niet van zo’n groot belang, dat u zich met ernst ten opzichte daarvan dient te verzekeren, voordat u heengaat naar de eeuwigheid? Daarom, luister! Wil ik u eens zeggen wie er in dat gelukzalige gezelschap nooit leven zullen? Zij, die hier niet behoren tot de kleine schare. Wanneer zij, die op aarde gelovigen geweest zijn, bij elkaar in de hemel gebracht zijn, mogen ze samen één grote schare vormen. Wanneer ze echter in een bepaalde tijd op aarde leven, vormen ze maar een klein aantal, een kleine kudde. Het zijn er zeer weinig in vergelijking met de vele mensen op de wereld. Behoort u hier niet tot die weinigen, die door de enge poort ingaan, die men gemakkelijk tellen kan? Kunt u al naar waarheid zeggen dat u tot die kleine kudde behoort? Leeft u ernstig voor God, in een afgezonderde wandel, zoals die weinigen? Ziedaar, wilt u straks in de hemel zijn, dan moet u eraan werken om hier bij de kleine schare van het volk des Heeren te behoren. Zij zullen straks ook niet onder grote schare voor de troon zijn, die hier zo samenleven met allerlei geslachten en volken. De grote schare voor de troon was uitverkoren uit alle natie en geslachten en volken en talen!
Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam
(”Bijbelse Keurstoffen”, deel 2; 1738)