Napolitaanse maffia is kinderwerk
In de Napolitaanse maffiaoorlog is zondag het twintigste slachtoffer van dit jaar gevallen. Door continue rekrutering van jongeren dreigt er voorlopig geen einde aan het moorden te komen.
„Mijn vader was een inbreker, tasjesrover en overvaller. Mijn oom was dat en mijn opa hield zich daar eveneens mee bezig.” Dit zegt volgens het dagblad La Repubblica de 17-jarige Andrea, die meerdere keren in aanraking is gekomen met justitie. „Ik ben geboren als gevangene”, zegt de jongen. De 24-jarige Dario heeft al een lange carrière als crimineel achter de rug. Toen hij 6 jaar was, stond hij op de uitkijk als anderen een overval pleegden. Tien jaar later kon hij bogen op een indrukwekkende loopbaan als overvaller. Op zijn 17e werd hij gevraagd door de camorra, de Napolitaanse maffia. Toen hij een autobom aan het maken was, werd hij gearresteerd. Hij zit nu als een van de eerste minderjarigen die als ”camorrista” werden veroordeeld een gevangenisstraf uit van twaalf jaar.
Vorig jaar barstte de strijd tussen de verschillende clans van de camorra, de Napolitaanse maffia, in alle hevigheid los. Het is een oorlog waarin minderjarigen een grote rol spelen. Zij vormen de kweekvijver voor de camorra. Hier vist de georganiseerde misdaad naar nieuwe rekruten. Hoe langer hoe meer worden minderjarigen, ook kinderen, gebruikt voor acties van de camorra, door bijvoorbeeld transporten van wapens en drugs. Ook vanwege betrokkenheid bij overvallen zijn jonge volwassenen een plaag in Napels en omgeving. Zondag overleed de 15-jarige Emanuele Petroso in een vuurgevecht met de carabinieri toen hij en twee 18-jarigen in een gestolen auto op weg waren om iemand te overvallen. Zijn dood wordt niet eens meegenomen in de statistieken, omdat hij geen direct slachtoffer is van de camorra-oorlog. Die strijd telde dit jaar tot afgelopen zondag twintig slachtoffers.
„De dood van Emanuele betekent een zoveelste mislukking van het systeem”, reageert Piero Avallone, een jeugdrechter in het lokale dagblad Il Mattino. De rechter zegt dat de samenleving de jongeren ophitst om geld te hebben om onder andere merkkleding te kopen. De criminaliteit is ook hierop gebaseerd, meent Avallone. Er is al veel economische misère. Door ze op te hitsen, is de noodzaak om aan (nog meer) geld te komen onvermijdelijk.
Neem de 26-jarige Claudio, die in La Repubblica zegt dat hij sinds hij als 8-jarige het criminele pad koos, dankzij alle roofovervallen een huis heeft kunnen kopen. Hij is vier keer veroordeeld en zegt te willen stoppen, maar geen afstand te willen doen van zijn luxe manier van leven. In sommige delen van Napels en zijn achterland is de illegaliteit de enige manier om aan voldoende geld te komen.
Werk is er nauwelijks, en bij veel „bovengrondse” economische activiteiten (zoals de middenstand en de bouw) wordt veel buiten de boeken gelaten. Jeugdrechter Avallone zegt dat hij zou willen dat de overheid de jongeren helpt een vak te leren waarvoor een echte markt is. „De camorra geeft jongeren 50 euro om een paar uur drugs te verkopen, de samenleving geeft hun hetzelfde bedrag, waarvoor ze een gehele week zwart moeten werken.”
Cijfers spreken duidelijke taal als het gaat om criminele activiteiten van pubers. Jaarlijks worden 1000 minderjarigen voorgeleid voor de Napolitaanse jeugdrechtbank. De meesten hoeven echter niet de cel in omdat er onvoldoende bewijs tegen hen is. Toch zitten volgens een telling van een paar maanden geleden niet minder dan 480 jongens in de jeugdgevangenis wegens moord. Dertig procent van de scholieren maakt de middelbare school niet af, of blijft zitten.