Het Amerikaanse chemieconcern, dat al sinds 1959 in Dordrecht is gevestigd, stond dit jaar volop in het nieuws. Tv-programma Zembla meldde afgelopen zomer dat de fabriek jarenlang grote hoeveelheden schadelijke stoffen uitstootte, terwijl de bedrijfsleiding wist van de gevaren voor de volksgezondheid en de milieuschade die hierdoor ontstond. Het leidde tot hoorzittingen in de Tweede Kamer en in de provincie Zuid-Holland. Duizenden omwonenden deden aangifte.

De rechtbank in Rotterdam houdt Chemours en voorloper DuPont in ieder geval verantwoordelijk voor de PFAS-schade die tussen 1984 en 1998 is aangericht. Dat staat in een tussenvonnis van de zaak die vier omliggende gemeenten hebben aangespannen.

Chemours beloofde na die uitspraak, eind september, om „zo snel mogelijk concrete actie te ondernemen” om de PFAS-schade aan te pakken. Het bedrijf herhaalde ook dat het „zo verantwoord mogelijk” wil produceren.

Eén van de maatregelen die hiervoor moet zorgen, is het opslaan van schadelijke stoffen als er een storing is of als de verbrandingsoven uitvalt. „De productie wordt dan stilgelegd of op een minimale stand gezet. Door de nieuwe maatregelen kan dit nu sneller en worden de (rest-)gassen die dan nog in het systeem zitten opgeslagen en later vernietigd”, aldus een woordvoerder, die zegt dat de oven 98 procent van de tijd in gebruik is.

In de komende jaren trekt het bedrijf nog eens maximaal 50 miljoen uit om de uitstoot via de lucht verder te reduceren. Chemours meldt de emissie van zogeheten gefluoreerde broeikasgassen (organische verbindingen met fluor) sinds 2017 met 80 procent te hebben teruggebracht. Doel is om daarvan minimaal 99 procent te hebben gemaakt in 2030; in 2050 wil Chemours helemaal geen industriële broeikasgassen meer uitstoten.

„We zijn ons bewust van de zorgen van omwonenden over emissies, dus geven we gehoor aan de vraag om de uitstoot te minimaliseren en blijven we hard werken aan maatregelen om dit doel te bereiken”, zegt directeur An Lemaire.