Radicaal-rechts leunt graag op christelijke netwerken
Radicaal-rechtse organisaties kunnen een gevaar zijn voor gewone kerken en voor mensen die gewoon christen proberen te zijn. Kritische reflectie erop is onmisbaar.
Voor mijn werk was ik op een Hongaars festival beland ergens in het midden van Roemenië. Budapest had verschillende politieke leiders afgevaardigd, de religieuze elite liet zich er met genoegen zien en de Hongaarse premier Orbán sprak er, zoals elk jaar, een langere rede uit. Die rede ging vorig jaar onder meer over de vraag of Hongaren zich nou wel moesten vermengen met West-Europeanen. Want, zei Orbán, zij (de West-Europeanen) zouden nu eenmaal een vermengd ras zijn geworden vanwege migratie.
Zijn medewerkers verduidelijkten later nog dat het om cultuur ging, niet om ras. Maar hij gebruikte het woord ras wél, tot twee keer toe, en volgens Alexander Faludy ook nog de uitdrukking die specifiek verbonden is met de Jodenvervolging in Hongarije. Hij werd al snel vergeleken met Hitler, maar het moet worden gezegd: voor Orbán waren bepaalde wáárden de hoeksteen van zijn superieure beschaving, die nu zou moeten worden beschermd door de Hongaren. Voor Hitler kon die superioriteit alleen worden gebouwd op de zuiverheid van één specifiek ras. Ik heb er een deel van Hitlers ”Mein Kampf” voor de zekerheid op nagelezen in de bibliotheek van Oxford.
Orbáns opmerkingen leidden internationaal tot grote ophef, maar het was bovenal een meesterlijke bliksemafleider van andere zaken, die ook wel over het randje waren. Bijvoorbeeld het idee dat de inval van Rusland in Oekraïne slechts een Slavische oorlog was, waar het bloed van de Hongaarse minderheid daar niet voor mocht vloeien (het gaat dus wel over ras!). Of dat er met Poetin goede zaken konden worden gedaan om de energieprijzen te drukken, zodat Hongarije als einzelgänger in Europa er economisch beter af zou komen dan de andere landen: wel de baten, niet de lasten van de Europese samenwerking.
Daarnaast was er nog de retoriek die we van hem wel gewend zijn: over gender, seksualiteit en het belang van het gezin, maar op een bijtende toon, die vooral bestaande sentimenten in de hand werkte. Toch was aan het grote aantal anekdotes over affaires onder mensen van zowel de politieke als de christelijke elite echter af te leiden dat die zogenoemde traditionele waarden niet bepaald gingen over hun persoonlijke ethiek, maar vooral bedoeld waren voor de bühne.
”Hongaarse wereld”
Wat mij nog het meest opviel, was dat Orbán sprak over de ”Hongaarse Wereld”, als culturele gemeenschap die de grenzen van het huidige Hongarije overschrijdt. Dit is specifiek een verwijzing naar het idee van de ”Russische Wereld”, waar Poetin en patriarch Kirill naar verwezen vlak voor en na de invasie van Oekraïne.
Orbán zou de landsgrenzen zelf niet ter discussie stellen, maar tijdens de conferentie werd duidelijk dat het ging om het principe ”do ut des” (”ik geef opdat jij teruggeeft”): Orbán heeft Hongaarse minderheden in het buitenland (om eigen gewin) stemrecht gegeven. Als Budapest Hongaarse minderheden in het buitenland ondersteunt, dan kan het daar dus stemmen voor terugkrijgen in Hongarije. Bovendien kan Orbán zo een grotere vuist maken in de binnenlandse politiek van omliggende landen. Deze Hongaarse minderheden hebben tot op zekere hoogte behoefte aan economische steun, maar beseffen misschien niet altijd hoe ze als speelbal worden gebruikt in de regionale en internationale politiek.
Op het festival hoorde ik meer verwijzingen naar Rusland van de deelnemende religieuze leiders. Bijvoorbeeld het idee dat het Westen was vergiftigd en vervuild. Daarbij lag de grens tussen goed en kwaad echter niet tussen Rusland en Europa, maar tussen Hongarije en het Westen. Die zogenoemde strijd tegen het kwaad deed denken aan het manicheïsme, een religieuze beweging die een scherp scheiding maakte tussen goed en kwaad en waartegen Augustinus zich keerde. Dat kwaad van het Westen moest worden ”uitgeroeid” om ruimte te maken voor de traditionele waarden, maar wat die nu precies inhielden, werd niet concreet gemaakt.
Complottheorieën
Een festival als dit staat niet op zichzelf. In het door Gionathan Lo Mascolo geredigeerde boek ”The Christian Right in Europe”, dat gaat over christelijk-rechts in Europa, wordt uitgelegd dat er een overlap is tussen de retoriek over gender, seksualiteit, etniciteit, ras, migratie, islam en de elite én de retoriek in netwerken van christelijke organisaties en die van radicaal-rechtse bewegingen in Europa, Rusland en Amerika. In mijn eigen hoofdstuk over Nederland schreef ik over een aantal voorbeelden: over het twijfelachtige ”bondgenootschap” tussen de SGP en Forum voor Democratie, de Nashvilleverklaring en de invloed van complottheorieën onder sommige Nederlandse christenen. Ik stel daarin dat anti- liberale sentimenten zeker bestaan onder conservatief georiënteerde christenen, maar dat Nederlandse christenen juist veel vrijheden genieten die voortkomen uit de liberale democratie.
Genoemde thema’s worden vooral gedragen door een aantal individuele actievelingen die zich in meerdere of mindere mate hebben georganiseerd in stichtingen, maar vooral afhankelijk zijn van persoonlijke netwerken. Hoewel de invloed van radicaal-rechts in de kerken absoluut wordt gevoeld, zijn kerken over het geheel genomen daartegenover ook wel veerkrachtig. Radicaal-rechts domineert in veruit de meeste kerken niet.
Momenten waarop de spanning hoger opliep, zoals toen de Nashvilleverklaring werd gepubliceerd of toen dr. P.J. Visser in een preek verbanden legde tussen het visioen uit Openbaring 13 en wat er in de wereld gaande is, waren tevens momenten waarop kerken de kans kregen om de grenzen tegenover radicaal-rechts enigszins af te bakenen. Die afbakening werd vanuit de SGP iets minder enthousiast uitgevoerd (er werd van Orbán zelfs een erepenning aangenomen die bijna niemand meer wilde hebben). Dat is een gemiste kans. Uit onderzoek is gebleken dat radicaal-rechtse bewegingen voorzichtiger zijn in het claimen van een christelijke identiteit als kerken durven te zeggen dat zulke bewegingen die christelijke identiteit niet vertegenwoordigen.
Gemanipuleerd
Het bredere plaatje van ”The Christian Right in Europe” laat zien dat thema’s die wij misschien associëren met ”cultuuroorlogen” worden aangezwengeld door stichtingen en organisaties die in meerdere landen tegelijk werken. De uitwisseling van ideeën vindt vaak plaats achter min of meer gesloten deuren, op conferenties waarvan niet helemaal duidelijk is waar het geld ervoor nu precies vandaan komt, geleid via een schimmige constellatie van stichtingen die dat dan ook verhullen, en door mediakanalen die rechts-radicale geluiden versterken.
Als je wat preciezer naar de details kijkt, komt er nog weleens een link boven naar een Russische multimiljonair die op de hand van Poetin is, naar organisaties die gelinkt worden aan de Trumpcampagne of organisaties die formeel geregistreerd staan in het Westen maar met niet-westers geld worden bekostigd. Met andere woorden: voor zover er al over een strijd tussen goed en kwaad in Europa gesproken kan worden, is dat een strijd die van buiten Europa mede wordt aangemoedigd en gemanipuleerd en die natuurlijk de samenwerking in Europa kwetsbaarder maakt. Wie zou daar nu van profiteren?
Bovendien is niet elke cultuur- strijd ook een Nederlandse strijd. Soms is het goed om wat afstand te nemen of in ieder geval een beetje kritisch te kijken naar organisaties en conferenties die op het oog misschien dezelfde waarden voorstaan, maar onder de oppervlakte veel radicaler zijn. ”The Christian Right in Europe” reikt nieuwe inzichten aan voor discussie in de kerk en op de academie, bedoeld ter ondersteuning van een kritische reflectie op het gevaar van radicaal-rechts voor gewone kerken en voor mensen die gewoon christen proberen te zijn.
De auteur is onderzoeksfellow aan de Universiteit van Oxford, waar zij het internationale programma ”Protestant Political Thought” leidt. Op 6 december vindt de
presentatie
plaats van ”The Christian Right in Europe”, met Gionathan Lo Mascolo (hoofdredacteur) als hoofdgast.