EU-topambtenaar: Nederland bij probleemlanden referendum
Nederland is een van de vier landen waar het referendum over de Europese grondwet een ’nee’ zou kunnen opleveren. Frankrijk is dat ook. Het grootste risico is echter in Tsjechië en Groot-Brittannië, aldus een Europese Commissie-topambtenaar die werkt aan de Europese grondwet.
De ambtenaar zei maandag in Brussel eigenlijk wel zeker te zijn van een ’ja’ bij het eerste referendum, 20 februari in Spanje. Daar is flink campagne gevoerd. „Maar veel zal afhangen van de opkomst. De uitslag zal een sterk signaal afgeven aan andere landen".
Ongeveer negen landen houden een volksraadpleging over de ontwerp-grondwet. In Nederland vindt waarschijnlijk in mei of juni een raadgevend referendum plaats. Als een land uiteindelijk echt ’nee’ zegt, moeten de andere landen daarover praten. In het uiterste geval moet een land de Europese Unie verlaten.
De topambtenaar vindt dat opvallend veel kiezers in Europa nog niet weten of ze voor of tegen moeten stemmen. Recent onderzoek van de Nederlandse regering bevestigt dat: 84 procent heeft geen idee wat er in de Europese grondwet staat.
De ontwerp-grondwet geeft de Europese Unie meer macht op veel terreinen. De landen leveren tientallen vetorechten in, om de besluitvorming efficiënter te maken. Het Europees Parlement krijgt meer zeggenschap. Burgers mogen met een miljoen handtekeningen een onderwerp op de Brusselse agenda zetten.
De regeringsleiders van de EU hebben afgesproken uiterlijk in november 2006 akkoord te gaan met de tekst.