Politieke partijen willen na decennia weer meer grip op bouwgrond
Ingegeven door de woningcrisis kijken politieke partijen weer naar grondprijzen en hoe die de bouw en huizenprijzen beïnvloeden. Decennialang waagde de politiek zich er niet aan. In 1977 viel het kabinet-Den Uyl nog over grondpolitiek, waarna het grotendeels stil bleef op het onderwerp. Maar nu zien partijen de urgentie er weer van in.
Want niet alleen de rente en materiaalkosten zijn gestegen, ook bouwgrond is de afgelopen jaren fors duurder geworden. De gemiddelde grondprijs is sinds 2019 met 35 procent omhooggegaan, aldus economen van ABN Amro eerder dit jaar. Vooral in sterk stedelijke gebieden, waar bouwgrond schaars is, schoten de prijzen omhoog. Daar kost een bouwkavel per vierkante meter 1520 euro, ten opzichte van 370 euro buiten de stad.
Mede door die prijsstijgingen hebben grondeigenaren er vaak baat bij de grond onbebouwd te laten liggen: in de toekomst valt er immers nog meer geld voor te krijgen dan nu, is het idee. Ook speelt het speculatie in de hand, bijvoorbeeld als het gaat om de aankoop van landbouwgrond. Als die bestemming verandert in bouwgrond, ziet de eigenaar diens investering vaak meer dan vertienvoudigen. „Een daling is nodig om de prijs van nieuwbouw aan te laten sluiten op de nieuwe marktomstandigheden”, schrijven de economen van ABN Amro. „Dat betekent dat grondeigenaren water bij de wijn moeten doen.”
Bij politieke partijen staat het onderwerp inmiddels ook weer op de agenda. Zo wil de VVD dat gemeenten een hogere ozb-belasting mogen heffen op braakliggende grond. PvdA’er Henk Nijboer zei eerder in een debat dat hij desnoods grondeigenaren wil onteigenen als zij te lang niets met hun bouwgrond doen. Verder wil GroenLinks-PvdA een Nationale Grondbank, met daarin meer grond in publiek bezit. Ook wil de linkse samenwerking dat woekerwinsten op grond worden afgeroomd en bijvoorbeeld worden aangewend voor de aanleg van nieuwe wegen in nieuwe woonwijken.
GroenLinks-PvdA krijgt steun van verschillende partijen, waaronder Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt. Ook NSC wil topwinsten op grond afromen en ten goede laten komen aan gebiedsontwikkeling of sociale woningbouw. De SP wil eveneens een einde maken aan speculatie met grondprijzen. De partij wil daarom dat grond niet meer zomaar aan iedere ontwikkelaar mag worden verkocht, maar dat er voorwaarden gesteld kunnen worden.
Verder op links wil de Partij voor de Dieren dat veel meer landbouwgrond vrijkomt voor bouw. Nu bestaat ongeveer de helft van Nederland uit landbouwgrond, de PvdD wil dat er meer ruimte komt voor woningbouw én natuur. Door de veestapel met driekwart te laten krimpen - wat volgens de partij sowieso moet - komt er meer grond vrij, is het idee.
CDA en BBB moeten daar niets van hebben. Zij schrijven in hun programma juist dat landbouwgrond beschermd moet worden. De BBB zet vol in op voedselproductie en wil rekening houden met „hoogwaardige agrarische grond”. Ook wil de partij dat boeren toegang krijgen tot meer grond, als de politiek vindt dat dieren meer ruimte moeten krijgen. Zowel de BBB als het CDA willen ook een grondbank, maar dan voor landbouwgrond. Wel vindt het CDA dat woningcorporaties „strategische grondposities” kunnen innemen.