Water in afgesloten Haagse PFAS-sloot kan na vele regenval wel weg
De sloot in de Haagse wijk Leidschenveen die hoge concentraties PFAS bevat is weliswaar afgesloten, maar toch kan het water wegstromen bij overvloedige regenval. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft aan één kant van de sloot de zanddam tot zo’n 10 centimeter boven het wateroppervlak aangelegd.
„Als het veel regent, zoals in deze weken, dan kan het water over de dam via het gemaal afgevoerd worden richting het boezemwater en dan gaat het flink verdund richting de zee”, zegt een woordvoerder. Delfland voorkomt zo dat het vervuilde water richting de nabijgelegen woonwijk stroomt.
Het waterschap, de gemeente Den Haag en de betrokken omgevingsdienst zijn al maanden op zoek naar de oorzaak van de PFAS-vervuiling. „Het is net recherchewerk”, aldus de woordvoerder van Delfland. „Het belangrijkste is dat het water niet richting de woonwijk gaat. De afsluiting van de sloot werkt dus.” Het RIVM raadt af om het water uit deze sloot te gebruiken voor moestuinen en ook geldt er een visverbod. In omliggende sloten gelden die restricties niet.
Afgelopen zomer meldde onderzoeksprogramma Pointer van KRO-NCRV dat in een sloot langs bedrijventerrein Forepark in Den Haag hoge concentraties PFOS (dat onder de verzamelnaam PFAS valt) zijn aangetroffen, zelfs hoger dan in de Westerschelde of in het water nabij de Chemours-fabriek in Dordrecht. Het Hoogheemraadschap van Delfland had die hoge waardes begin 2021 al gemeten toen het ging baggeren in de sloot. Omdat in de nabijgelegen sloten in de woonwijk naast het bedrijvengebied de waardes veel lager waren, heeft het waterschap hier geen ruchtbaarheid aan gegeven.
Na de publicatie van Pointer voerde Delfland nieuwe metingen uit in de sloten in het gebied. De PFOS-waarden waren weliswaar lager dan ruim twee jaar geleden, maar het waterschap trof nu ook andere PFAS-stoffen aan. De meest verontreinigde sloot op het bedrijventerrein werd afgedamd, zodat het water niet richting de aangrenzende woonwijk kan gaan. De oorzaak van de vervuiling is nog steeds niet aangetroffen en wordt wellicht ook nooit gevonden, zei dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt in september op een bewonersbijeenkomst.