Het Openbaar Ministerie vervolgt de agent omdat hij de maximale snelheid „zeer fors overschreden heeft”, terwijl daar volgens het OM geen dringende reden voor was.

De agent, Niels van H., was op 6 december vorig jaar onderweg naar een melding over een gestolen lokfiets toen hij de overstekende motorrijder aanreed op de Dr. Cuyperslaan in het Eindhovense stadsdeel Woensel-Zuid. De maximumsnelheid is daar 50 kilometer per uur.

Van H. koos ervoor tijdens de rit de blauwe zwaailichten aan te doen, zonder daar toestemming voor te vragen bij de meldkamer. De agent reed in een nieuwe auto, die hij naar eigen zeggen niet gewend was.

„Ik probeerde zo ver mogelijk vooruit te kijken, zoals ons wordt geleerd op de rijopleiding. Ik heb daarbij de fout gemaakt door niet goed genoeg de snelheidsmeter in de gaten te houden. Toen ik de snelheid achteraf hoorde, schrok ik daar echt van.”

Uit de boordcomputer blijkt dat de politieauto met 114 tot 129 kilometer per uur op de kruising met de Woenselsestraat reed. Een halve seconde voor de botsing trapte de agent hard op de rem en stuurde hij nog naar rechts om de motorrijder te ontwijken. „Maar ik was niet meer op tijd. We raakten de motor. Ik probeerde in de slip nog de bomen te ontwijken die we op ons af zagen komen.”

Twee zussen van het slachtoffer en zijn broer maakten tijdens de strafzaak gebruik van hun spreekrecht. „We koesteren zijn gouden hart en hopen op gerechtigheid voor hem”, sprak een van de vrouwen over hun oudste broer. „Wat haalde je in je hoofd om vlak voor een kruising te accelereren en op de linkerbaan te rijden”, zei de broer. „In mijn ogen ben je ongeschikt om agent te zijn.”