Groeiende zorgen in Zuid-Holland om opslag ammoniak in haven
De zorgen van omwonenden van het Rotterdamse havengebied over de grootschalige opslag van ammoniak worden gedeeld in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. De provinciale CDA-fractie heeft verantwoordelijk gedeputeerde Meindert Stolk (milieu, toezicht en handhaving) om een toelichting gevraagd. De Partij voor de Dieren stuurde schriftelijke vragen op naar het college van Gedeputeerde Staten.
Diverse bedrijven die in het havengebied zijn gevestigd, hebben plannen om grote tanks te bouwen om ammoniak in op te slaan. Deze giftige stof speelt een belangrijke rol in de energietransitie. Rotterdam wil de belangrijkste haven voor de import van duurzame energie worden, met name via waterstof. Ammoniak maakt het mogelijk om waterstof in vloeibare vorm te vervoeren en op te slaan.
De Vereniging Verontruste Burgers van Voorne (VVBV) maakt zich zorgen om de komst van grote ammoniaktanks in het dichtbevolkte gebied. De bezorgde omwonenden wijzen op de gevaren voor de omgeving als er lekkage ontstaat, onder meer bij de overslag. De vereniging wil dat er voorafgaand aan de bouw een milieueffectrapportage (MER) wordt opgesteld waarin „echte onafhankelijke deskundigen zich met juiste modellen” buigen over alle milieuaspecten. Volgens de milieudienst DCMR, die hier namens de provincie Zuid-Holland over gaat in de regio Rijnmond, is zo’n MER echter niet nodig, omdat er geen grote nadelige gevolgen voor het milieu zouden zijn.
De VVBV heeft een brief gestuurd naar onder meer demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie), diverse ministeries, de Onderzoeksraad voor Veiligheid, het RIVM, DCMR en de provincie Zuid-Holland, met als oproep om de veiligheid voorop te stellen.
In de Provinciale Staten staat het onderwerp inmiddels ook op de agenda. Het CDA zegt „voorlopig gerustgesteld” te zijn door gedeputeerde Stolk, die benadrukte dat een vergunningaanvraag voor ammoniakopslag streng wordt getoetst door de DCMR. De Partij voor de Dieren wil dat de provincie een visie opstelt voor „de op- en overslag van ammoniak” en heeft daar schriftelijke vragen over gesteld.