Vergoeding oogstschade nog niet zeker
Het staat nog niet vast dat boeren, die in 2002 door noodweer en plensbuien schade aan gewassen op het land leden, voor een vergoeding kunnen aankloppen bij het Rijk. Omdat Brussel ter voorkoming van valse mededinging zeer kritisch naar dit soort schaderegelingen kijkt, is er een klein risico dat de Europee Commissie het plan afkeurt.
Omdat de schadevergoeding geldt als staatssteun, moet Brussel toestemming geven. Maar die goedkeuring is „géén formaliteit”, benadrukte minister Veerman van Landbouw maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Hoewel hij goede hoop heeft op toestemming, kan hij geen zekerheid geven. Brussel wil aangetoond zien dat de vergoeding echt noodzakelijk is om geleden financiële schade op te lossen. Europa hanteert hierbij een verjaringstermijn van drie jaar.
Nederland heeft voor de oogstschade van 2002 3,8 miljoen euro gereserveerd. Tegenwoordig moeten boeren zich verzekeren om in aanmerking te komen voor vergoeding bij schade door slecht weer. Het bestaan van een soort regenverzekering was voorwaarde van Veerman om de schaderegeling voor 2002 in te dienen in Brussel. LTO heeft becijferd dat akkerbouwers en tuinders in dat jaar ongeveer 5,2 miljoen euro oogstschade hadden door de hoosbuien.