Advocaten: OM kan beschuldigingen niet waarmaken
De advocaten van de eerste vijf verdachten van de Hofstadgroep vroegen maandag voor de rechtbank in Rotterdam – tevergeefs – opheffing van de voorlopige hechtenis van hun cliënten. Volgens hen heeft het openbaar ministerie onvoldoende bewijs verzameld dat de verdachten deel zouden uitmaken van een terroristische organisatie en zijn er geen redenen om hen langer vast te houden.
Alleen het feit dat de verdachten bekenden zijn van Mohammed B., de man die wordt verdacht van de moord op Theo van Gogh, dat ze in zijn woning kwamen, elkaars telefoonnummer hadden, bijeenkomsten over de islam bijwoonden en beschikten over extremistische teksten, is volgens de raadslieden onvoldoende om de verdachten te linken met een terroristische organisatie.
Ook hekelden de advocaten het OM dat tijdens de pro forma–zitting stelde dat de informatie die door de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) is verzameld, betrouwbaar is. De raadslieden weten niet waar die bewering op is gestoeld. Advocaat B. Nooitgedagt noemde de AIVD–informatie ontoetsbaar en ongefundeerd. Volgens hem gaat het om niet meer dan speculaties. Zijn collega M. Pestman deed de voorspelling dat het OM „gigantische bergen onnodig werk zal verzetten."