Wandelen, een fenomeen
Als de stompe toren van Goedereede in zicht komt, blijkt dat we twee soorten wandelaars in ons groepje hebben. De één wordt extra vrolijk: hij bereikt nu bijna zijn doel. Voor de ander is er geen reden voor uitgelatenheid, want de wandeling is bijna voorbij. Nog niet zo lang geleden was het tuttig, maar tegenwoordig tel je pas mee als je er ook over weet te praten: wandelen. Een of meer dagen achtereen, op stevige schoenen en met een knapzak op je rug.
Wie eenmaal een langeafstandswandeling heeft gelopen, kent ze en komt ze ineens overal tegen: een witte en rode streep onder elkaar. Ze zijn te vinden op een lantarenpaal, een hek of een paaltje laag bij de grond. Wie op een mooie zaterdag of vakantiedag bij zo’n ’vlag’ gaat zitten, hoeft meestal niet lang te wachten op de eerste passanten met bergschoenen en een rugzak. De 65-plusser wil nog wel eens met de kousen hoog onder de knickerbocker lopen, de rest kiest voor een afritsbare outdoorbroek.
Wandelen is in Nederland een fenomeen geworden. Sinds het Pieterpad is uitgestippeld -van Pieterburen in het noorden naar de Sint-Pietersberg in Limburg- is ons land een wandelcultuur aan het ontwikkelen. Landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk hebben zo’n traditie al veel langer, maar Nederland had daar kennelijk nooit echt tijd voor. Anno 2002 telt ons land per jaar ongeveer een half miljoen langeafstandswandelaars. Van alle Nederlanders besteedt niet minder dan 70 procent zijn vrije tijd op die manier. Inmiddels raakt het Nederlandse wandelwegennet aardig dichtgeslibd, maar de laatste langeafstandsroute is zeker nog niet uitgestippeld.
Volkskrant-lezer
Wandelen is intussen niet meer te vergelijken met fietsen. Om het wandelen hangt een culturele, intellectuele zweem, ook al is het nog meer puur natuur dan fietsen. Zoals grote filosofen konden wandelden, zo wandelt men nu het Pieterpad. Vroeger waren het de fitte vutters die zomaar in een dag van het ene dorp naar het andere liepen. De moderne langeafstandswandelaar leest de Volkskrant, heeft een meer dan gemiddelde opleiding, een meer dan modaal inkomen en is lid van een natuurorganisatie.
En de laatste jaren wandelen er steeds meer jongeren, 25-plussers. „Wandelen is niet voor mensen met lager beroepsonderwijs”, zegt een wandelaar. „Het is voor hbo en hoger.” Jonge stappers zetten op hun wandeldag de stress van zich af en lopen met vrienden. Toine Heijmans schreef over de lopers van het Pieterpad een aantal jaren geleden: „Met vrienden, natuurlijk, want zo hoort het. Boezemvriend met boezemvriend. Beste vriendin met beste vriendin. Stel met stel. Onderweg veel praten over het leven, de toekomst, de baby-op-komst, de kinderen-uit-huis, gebroken carrières en nieuwe liefdes. Vroeger deed je dat soort dingen in het café. Nu gebeurt het op het Pieterpad.”
De Gouden Leeuw
Hoewel hij pas sinds februari eigenaar is van hotel De Gouden Leeuw in Goedereede, pikt Christoph Röder ze er zo uit, de wandelaars. Op zijn deur heeft hij een sticker: Wandelaars welkom. De portie Deltapad die wij vandaag lopen, eindigt bij het hotel. We ontdekken dat de enige paus die Nederland ooit heeft geleverd, Adriaan VI, daar woonde en werkte. De Gouden Leeuw hield er een heuse Pausenkamer aan over.
Het stadje Goedereede op Flakkee is een mooi punt om te stoppen. De zon staat al laag maar schijnt nog lekker. Gisteren werkten we allemaal nog hard, vandaag lijkt dat ver weg. Een kop cappuccino bij de Gouden Leeuw vinden we welverdiend. Zand en slib van het Deltapad zitten nog aan onze schoenen, maar de gids kan terug in de rugzak. Behalve dat we geen van drieën Volkskrant-lezer zijn, voldoen we aardig aan het moderne wandelaarsprofiel. Volgens Röder horen we tot de jongste categorie wandelaars. „Ze zijn tussen de 25 en de 60. Leuke mensen, die meest in een voor ons gunstige tijd komen: in het voor- en naseizoen, als de vogels actief zijn. Ze stoppen bij ons voor een kop soep of een bak koffie. Belgische wandelaars nemen nogal eens hun eigen kostje mee, maar hebben alle begrip als wij zeggen dat dat hier niet de bedoeling is…”
Fjordenpaarden
Weinig wandelaars blijven in De Gouden Leeuw slapen. Het gaat vaak om een daagje in het weekend. In ongeveer veertien keer kun je dan het hele Deltapad afleggen. Wandelen is tegenwoordig scoren - heel geschikt voor tijdens de verjaardagsborrel. Wij lopen vandaag van Herkingen via Melissant naar Goedereede. De dorpjes laten we rechts liggen, want het pad voert dwars door de Slikken van Flakkee. Een tocht van ongeveer 17 kilometer, goed te doen met apriltemperaturen en een vlakke route. En wat leuk is: hoe vaak we ook over Flakkee gereden zijn, dit is een dag vol verrassingen.
Vanaf de Slikken stinken onze schoenen naar modder en moeras. Toch hadden we dat deel niet willen missen, concluderen we op het terras. Niet vanwege de dieren die je tegenkomt: een lepelaar in de lucht, fjordenpaarden en heckrunderen langs het pad, een kiekendief boven het riet en dan nog allerlei soorten eenden en ganzen.
Op een gegeven moment verdwijnen paarden echter uit het zicht en voert de route door riet en kreupelhout. Prettig beschut tegen de wind. Halverwege moeten we stoppen. Ieder heeft hoge wandelschoenen aan, maar zijn ze allemaal waterdicht? Nu begrijpen we die waarschuwing en die alternatieve route in de gids: „Na lange regenperioden is het pad door de Slikken van Flakkee nat tot zeer nat (schoeisel!). Een droog alternatief gaat over de dijk…”
Europees kustpad
Het traject Herkingen-Goedereede is maar een bescheiden stuk van Lange-Afstand-Wandelpad 5-1 Sluis/Bergen op Zoom/Hoek van Holland, het zogenaamde Deltapad. Het traject meet in totaal 233 kilometer, maar wie verder wil, kan het hele kustpad lopen, van Bergen op Zoom tot Den Helder over de Afsluitdijk naar Delfzijl, om in Nieuweschans aan de Duitse grens te eindigen. Voor wie dan nog niet genoeg heeft, ligt het Europese kustpad open: het Nederlandse pad is vastgeknoopt aan een wandelroute van de Golf van Biskaje langs de Noordzee naar de Oostzee tot Gdansk.
Hoewel het kustpad nog niet eens heel lang bestaat, behoort het inmiddels tot de klassiekers onder de Nederlandse wandelpaden. Hét monument is en blijft het Pieterpad. Een topper, maar dan meer in bekendheid dan in kwaliteit. Als je Rob Wolfs van Wandelplatform LAW vraagt welk pad er voor hem uitspringt, noemt hij niet het Pieterpad, maar krijg je een rijtje minder bekende. „Ik vind het Hanzestedenpad erg mooi (lacht), maar dat komt natuurlijk ook doordat ik dat zelf heb gemaakt. Ik houd van het Zuiderzeepad, rond het IJsselmeer. En van het Floris-V-pad, dwars door het Groene Hart. Daar loop je door veel open weide. Wie daar niet van houdt, moet dus een andere route kiezen. Een paar kortere paden vind ik ook erg mooi: het Scholtenpad rond Winterswijk en het Twentepad.”
Eisen
Dat wandelen populair is, is voor een belangrijk deel te danken aan het wandelplatform waar Wolfs werkt. Met hulp van een paar honderd vrijwilligers coördineert de vereniging de ontwikkeling van nieuwe routes. Omdat Nederland de laatste jaren veel wandelmogelijkheden is kwijtgeraakt -allerlei kleine paadjes verdwenen door ruilverkaveling of doordat ze fietspad werden- behartigt de vereniging tegenwoordig ook de belangen van wandelaars.
„Welke eisen wij aan een geschikte wandelroute stellen?” Wolfs moet even lachen, omdat het wandelplatform daar dikke boekwerken voor op de plank heeft staan. „Variatie is het belangrijkst. Als wandelaar ga je maar langzaam en dan is het erg saai als je voortdurend langs een kanaal of door een bos loopt. Ook in het pad zelf moet variatie zijn: het is niks om voortdurend op asfalt te lopen. Verder zoeken we paden die exclusief voor wandelaars zijn, waar andere verkeersgebruikers dus niet kunnen komen. Het is niet leuk als je voortdurend voor fietsers moet stoppen of als telkens auto’s passeren.”
Een andere eis voor een lange wandelroute is dat er om de zoveel kilometer een overnachtingsmogelijkheid is plus dat het pad van tijd tot tijd per trein of bus te bereiken is. Dat laatste vindt de moderne wandelaar leuk voor als hij veel tijd heeft. Maar die ene zaterdag in de twee, drie maanden dat de wandelyup met vrienden op pad gaat, zorgt hij ervoor dat er aan het begin- en aan het eindpunt een auto staat.