In april publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) een rapport over onder meer APN. Dit soort grote bedrijven en de overheid schieten tekort in het beschermen van de gezondheid van omwonenden, concludeerde de OVV. Een debat over het rapport in de Provinciale Staten van Gelderland werd meerdere keren uitgesteld, maar woensdag was het zover.

Gedeputeerde Mol kreeg van GroenLinks de vraag of de provincie, net als de gemeente Nijmegen, bereid zou zijn om overlastgevende fabrieken op te kopen. APN viel onder de bevoegdheid van de gemeente Nijmegen, maar het toezicht op bijvoorbeeld papierfabriek Smurfit Kappa Parenco in Renkum ligt wel bij de provincie. Omwonenden ervaren daar volgens de gemeente Renkum ook al langere tijd geur- en geluidsoverlast.

Volgens Mol is „de dialoog met het bedrijf” dat voor overlast zorgt belangrijk. Via de omgevingsdienst houdt de provincie in de gaten of bedrijven als Parenco zich houden aan de afspraken. De diensten zien volgens Mol niet altijd alles, daarom kunnen bijvoorbeeld bewoners een handhavingsverzoek doen, als zij het vermoeden hebben dat een bedrijf te veel overlast veroorzaakt. De provincie kan een bedrijf houden aan de afspraken, bijvoorbeeld met dwangsommen. „Uiteindelijk kunnen we een fabriek stilleggen als de fabriek niet aan de regels voldoet.”

Drie moties naar aanleiding van het OVV-rapport werden door de Staten verworpen. De SP had samen met Volt en 50PLUS een motie ingediend waarin het Gelderse college werd gevraagd om met een plan te komen om omwonenden van industriële bedrijven de kans te geven „onafhankelijke expertise” in te schakelen als ze het willen opnemen tegen zo’n bedrijf. De financiering hiervan zou via bijvoorbeeld een fonds kunnen gaan. Volt vroeg samen met onder meer GroenLinks en de SP aan het college om doelen voor de luchtkwaliteit te formuleren in de nieuwe omgevingsvisie. Dat laatste verzoek was volgens Mol overbodig. Ze benadrukte dat ze al voornemens is om gezondheid belangrijker te maken in de vergunningverlening aan bedrijven.