Hofstadgroep had banden met terroristen Madrid
De Rotterdamse rechtbank heeft maandag een begin gemaakt met de berechting van twaalf leden van de zogenaamde Hofstadgroep. Uit onderzoek blijkt dat de groep nauwe contacten onderhield met de islamitische strijdgroep die achter de aanslagen in Madrid zat.
Twee dagen na de aanslagen in Madrid op 11 maart dook er een videoband op waarin een gemaskerde man met een Marokkaans accent de aanslagen opeiste. Hij noemde zich Abu Dujana al-Afghani, „de militaire woordvoerder van al-Qaida in Europa.”
Lange tijd dacht men dat het om Rachid Oulad ging, maar intussen gelooft men dat het de Marokkaan Youssef Belhadj betreft, die onlangs is België aangehouden om aan Spanje te worden uitgeleverd. Belhadj maakt deel uit van een relatief nieuwe terreurbeweging die zich ”Groupe Islamique Combattant Maroccain” (GICM, Islamitisch-Marokkaanse Strijdgroep) noemt.
De GICM wordt door Europese veiligheidsdiensten gezien als een van de meest gevaarlijke takken van al-Qaida - want daar maakt deze strijdgroep deel van uit. Weinig terreurgroepen hebben in Europa en Noord-Afrika zo veel succes bij het rekruteren van jonge moslims. In Utrecht en Amsterdam zette men eigen netwerken op.
De zogenaamde Hofstadgroep, waarvan Mohammed B., de verdachte van de moord op Theo van Gogh, deel uitmaakt, had nauwe contacten met leden van de GICM in Nederland en België. In België stond men in contact met Abdelkader Hakimi, hoogstwaarschijnlijk de leider van de GICM. Hakimi werd in mei in België aangehouden en zit nu in de gevangenis van Sint-Gillis. Hakimi werkten nauw samen met Youssef Belhadj.
In Utrecht opereerde een GICM-cel die, zo bleek uit door de AIVD afgeluisterde gesprekken, een aanslag voorbereidde, mogelijk door middel van een zelfmoordactie. Door voortijdige arrestaties werden deze plannen ”verstoord”, zoals dat in vakjargon heet. Vervelend was echter dat een Marokkaanse tolk bij de AIVD gevoelige informatie naar dit netwerk lekte, waardoor men mogelijk explosieven tijdig naar een andere plek kon verplaatsen.
In België, Frankrijk en Spanje is het netwerk van de GICM nog omvangrijker. Daar zijn de laatste tijd meerdere belangrijke leden van de groepering aangehouden. In december werd in Lanzarote, op de Canarische eilanden, Hassan al-Haski, een kopstuk van de GICM, aangehouden. Hij had zich op grote schaal beziggehouden met handel in valse papieren, waarmee extremisten Europa werden binnengesluisd.
Hij wilde op de Canarische eilanden een nieuwe logistieke basis inrichten, nadat er eerder in België en Frankrijk enkele GICM-leden waren aangehouden. Al-Haski, die opgeleid was in een al-Qaida-kamp in Afghanistan, stond in nauw contact met geestverwanten in België en Frankrijk. Al-Haski en de GICM hadden, zo verklaarden in België en Frankrijk gevangengenomen extremisten, een niet onbelangrijke rol gespeeld bij de voorbereiding van de aanslagen in Madrid.
De GICM wordt, samen met twee andere Marokkaanse terreurgroepen (”Salafistische Jihad” en ”Assirat al-Moustaqim”) tevens verantwoordelijk gehouden voor de aanslagen in Casablanca in mei 2003. In Frankrijk werd een netwerk van de GICM opgerold dat betrokken was bij de aanslagen in Madrid.
De GICM werd in 1998 in Afghanistan opgericht door Mohammed al-Guerbouzi. Dit gebeurde in een opleidingskamp van al-Qaida. Guerbouzi kreeg daarbij de speciale zegen van al-Qaida-leider Osama bin Laden, die de nieuwe Marokkaanse terreurgroep al direct als zijn troetelkind adopteerde.
Guerbouzi vestigde zich in 1999 in Londen, hij kreeg zelfs de Britse nationaliteit. In Londen werkte Guerbouzi nauw samen met Abu Qatada, een radicale moslimgeestelijke die werd gezien als Bin Ladens ambassadeur in Europa en die door de Britse regering vanwege zijn contacten met al-Qaida gevangen wordt gehouden. In de Hamburgse flat van Mohammed Atta, de leider van het commando van zelfmoordpiloten dat op 11 september 2001 in Amerika met gekaapte vliegtuigen toesloeg, werden cassettes met preken van Abu Qatada gevonden.
GICM-oprichter Guerbouzi was eind 2002 aanwezig op een belangrijk overleg in het Turkse Istanbul. Daar werd gesproken over de aanslagen die men een halfjaar later in Casablanca zou plegen.
Bij dat geheime overleg was ook aanwezig Amer al-Azizi, een Marokkaanse migrant in Spanje die met een Spaanse vrouw getrouwd is. Azizi, die nog steeds voortvluchtig is, bekleedt niet alleen een hoge positie in al-Qaida, maar hij wordt ook nog gezien als de belangrijkste schakel tussen de al-Qaida-top in Pakistan en het ’voetvolk’ dat op 11 maart 2004 de bommen plaatste in Madrid.
Volgens het Spaanse dagblad El Pais zijn er nauwe banden tussen de GICM en andere terreurgroepen uit Noord-Afrika. Zo wordt er intensief samengewerkt met de beruchte Algerijnse ”Groupe Islamique Armée” (GIA), die in het eigen orgaan ”Al-Ansar” GICM-communiqués heeft gepubliceerd en met de al even beruchte Salafisten Groep voor Prediking en Strijd (GSPC) die vooral in België en Frankrijk over een behoorlijk netwerk beschikt, met vertakkingen in Nederland.
In 2002 werden in Nederland, op aanwijzing van de AIVD, leden van de (GSPC) opgepakt die op grote schaal handelden in valse papieren en die in moskeeën jonge moslims rekruteerden voor de jihad. Daarnaast werkt de GICM nauw samen met de beweging Salafistische Jihad, die in Marokko is opgericht en die eveneens deel uitmaakt van al-Qaida.
Een bolwerk van de Salafistische Jihad is de Noord-Marokkaanse stad Tanger. Marokkanen uit Tanger vormden de kern van de terreurcel die de aanslagen in Madrid uitvoerde. Deze cel werd geleid door Jamal Zougam, eigenaar van een belwinkeltje in de Madrileense migrantenwijk Lavapies. De oprichter van de Salafistische Jihad, imam Mohammed Fizazi uit Tanger, preekte ook in de Al-Kudsmoskee in Hamburg, waar Mohammed Atta regelmatig kwam. Cassettes met zijn preken waren in Hamburg gewoon te koop. Fizazi was het die Jamal Zougam rekruteerde voor de jihad. Zougam had voor 11 september 2001 bovendien contacten met de toenmalige leider van al-Qaida in Spanje, de Syrier Imad Eddin Barakat Yarkas (Abu Dahdah’). Deze werd in november 2001 gearresteerd.
Spaanse en Franse onderzoekers wijzen op de sterke verwevenheid van al deze terreurnetwerken die, ondanks de vele arrestaties, nog steeds niet zijn uitgeschakeld. Een bepaalde groepering ging in de gevangenis ’gewoon’ door met rekruteren en vormde daar een nieuwe terreurcel. Degenen wier straf erop zat, planden na hun vrijlating nieuwe aanslagen.
Deze groepering -het zogenaamde Netwerk van Topas- stond eveneens in contact met de Hofstadgroep. Men houdt er rekening mee dat al-Qaida via een van deze terreurgroepen weer toeslaat in Europa.
Op dit moment maakt men zich grote zorgen over de ontwikkelingen in Irak. Veiligheidsdiensten merken dat de GICM en verwante bewegingen met succes jongeren rekruteren om zich aan te sluiten bij het verzet in Irak. Bin Laden gaf in november nadrukkelijk aan dat in Irak hetzelfde zal gebeuren als wat er in Afghanistan is gebeurd. Toen werden de Russen verdreven, nu zijn de Amerikanen aan de beurt.