EU eens over strengere regels voor politieke reclame
Het Europees Parlement en de EU-landen zijn het eens geworden over strengere regels voor politieke reclame. Die moeten inzichtelijker maken wie er achter een advertentie zit en waarom je die te zien krijgt. Sommige kenmerken van kiezersgroepen mogen ook niet meer worden gebruikt om advertenties op maat te snijden.
Over politieke advertenties op bijvoorbeeld sociale media zijn groeiende zorgen. Partijen, politieke ondernemers en belangengroepen zoeken hun doelwitten met behulp van data steeds gerichter op. Ze jagen zo volgens critici de polarisering in de samenleving aan. Verder zouden kwaadwillenden uit het buitenland proberen verkiezingen in Europa naar hun hand te zetten.
Dat willen de Raad van de Europese Unie, waarin de ministers van de lidstaten zitten, en het Europees Parlement tegengaan. Het onderhandelaarsakkoord moet nog wel worden bekrachtigd door de voltallige raad en het parlement. Voor de Europese verkiezingen van juni zou een deel van de regels al moeten ingaan.
Om buitenlandse inmenging in verkiezingen te beletten, mogen landen van buiten de EU tijdens de verkiezingscampagne geen politieke advertenties plaatsen. Dat verbod gaat gelden vanaf drie maanden voor de verkiezingsdag.
Alle politieke advertenties moeten verder in het vervolg worden opgeslagen in één grote databank. Daarin is bijvoorbeeld terug te zien hoeveel ze hebben gekost en wie ze hebben bereikt.
Ook het zogeheten ‘microtargeting’ wordt aan banden gelegd. Adverteerders mogen niet meer specifiek op zoek naar mensen van een bepaald geloof, een bepaalde levensovertuiging of geaardheid. Ook hebben ze voortaan de toestemming van internetgebruikers nodig om hun data te gebruiken om hun reclame voor te schotelen.