Noord-Holland heeft na lang debat nog geen goedgekeurde begroting
De provincie Noord-Holland heeft na een marathonvergadering van zo’n dertien uur nog altijd geen goedgekeurde begroting voor 2024. De vergadering van Provinciale Staten duurde zo lang, dat er niet meer gestemd kon worden over de begroting en de tientallen moties die de partijen hadden ingediend. De vergadering wordt volgende week maandag afgemaakt op het provinciehuis in Haarlem.
Mede door een ingelast spoeddebat over de positie van BBB-gedeputeerde Jelle Beemsterboer, die moest uitleggen waarom hij zijn mond voorbij had gepraat in de discussie over de komst van flexwoningen in Zwaagdijk-West, duurde de Statenvergadering langer dan gepland. Omdat heel wat Statenleden aan het einde van de avond bang waren dat ze niet meer thuis konden komen met het openbaar vervoer, besloot commissaris van de Koning Arthur van Dijk om de stemmingen uit te stellen tot volgende week.
Het college van Gedeputeerde Staten heeft een begroting opgesteld met een gat van ruim 80 miljoen euro. Tegenover 720 miljoen euro aan uitgaven staat 637 miljoen inkomsten. Het gat wordt gedicht uit de reserves van de provincie.
BBB, VVD, GroenLinks en PvdA hebben in hun coalitieakkoord afgesproken de opcenten, het provinciale deel van de motorrijtuigenbelasting, flink te verhogen: van 67,9 naar 77,4 procent. Ondanks een stijging van gemiddeld 22 euro per jaar voor bezitters van een benzine- of dieselauto blijft het tarief in Noord-Holland wel het laagst van alle provincies.
Toch kreeg de coalitie hierop tijdens de behandeling van de begroting kritiek van de oppositie. „We zien liever dat de provincie in eigen vlees snijdt in plaats van de opcenten verhogen en de reserves plunderen om een sluitende begroting voor 2024 te presenteren”, zei Statenlid Kelly Uiterwijk van JA21. Het verhogen van de opcenten levert de provincie komend jaar 37,7 miljoen euro extra op, tot een totaal van bijna 270 miljoen euro. De komende jaren loopt dit bedrag verder op.
Het nieuwe college heeft 136 miljoen euro gereserveerd om nieuw beleid uit te voeren. Dit geld gaat onder meer naar de klimaataanpak, het Provinciaal Programma Landelijk Gebied en de uitvoering van het Masterplan Wonen, waarin staat hoe tot en met 2030 ruim 180.000 woningen in de provincie gebouwd moeten worden.