Overijssel werkt aan reactie op rapport Keijzer over kanaaldrama
Het provinciebestuur van Overijssel komt op 15 november met een reactie op het rapport van Mona Keijzer over de perikelen rond Kanaal Almelo-De Haandrik. Keijzer presenteerde op 1 september haar aanbevelingen, nadat ze als bemiddelaar met alle betrokken partijen had gesproken, onder wie omwonenden die na werkzaamheden aan het kanaal met onder meer verzakte huizen te maken kregen.
Het kandidaat-Kamerlid van de BBB lichtte haar rapport daarna toe in de Provinciale Staten en verantwoordelijk gedeputeerde Martijn Dadema voerde er ook al een gesprek over met de Staten, maar een inhoudelijke reactie laat nog altijd op zich wachten. Volgens het college van Gedeputeerde Staten kost het tijd om het rapport te bestuderen en te bespreken.
De provincie laat nu weten dat het college op 15 november een reactie op het rapport-Keijzer stuurt en ook een voorstel voor hoe het wil omgaan met de aanbevelingen, onder meer wat betreft de schaderegeling. Een besluit hierover wordt genomen tijdens de Statenvergadering van 13 december. De provincie Overijssel organiseert op 21 november nog een inloopavond voor bewoners, die dan hun mening kunnen geven over het voorstel van het college.
Het zogeheten kanaaldrama duurt al jaren en heeft ertoe geleid dat omwonenden van Kanaal Almelo-De Haandrik het vertrouwen in de provincie kwijt zijn. Nadat het kanaal tussen 2011 en 2016 was uitgediept en verbreed, kwamen honderden meldingen binnen van schades aan woningen. Overijssel stelde een schaderegeling op, maar over de uitvoering daarvan ontstond veel onvrede bij de gedupeerden. Dit voorjaar werd Keijzer als bemiddelaar aangesteld om de situatie op te lossen.
Keijzer schreef in haar rapport dat het vertrouwen alleen hersteld kan worden als „de bestaande schades zoals beloofd worden hersteld”. Dat moet volgens haar „snel, duidelijk en menselijk” gebeuren. Zo stelde ze voor om de schaderegeling nog een keer open te stellen en ruimhartig te zijn met het vergoeden van schades. Sommige partijen in de Staten zijn echter bang voor een precedentwerking.