Onderzoek: coronasterfte hoger in verpleeghuis dat laag scoort
In verpleeghuizen die lager worden gewaardeerd door bewoners en hun naasten, zijn tijdens de coronapandemie meer bewoners overleden dan in verpleeghuizen met tevreden bewoners. Dat is een van de verbanden die onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn tegengekomen toen ze op zoek gingen naar factoren die de sterfte hebben beïnvloed. Ook de inhuur van veel extern personeel en het ziekteverzuim onder personeel lijken van invloed: instellingen met meer externe krachten hadden een hogere oversterfte.
Dat het coronavirus juist mensen in verpleeghuizen hard trof, was op zich niet geheel verwonderlijk. Ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid liepen sowieso een veel hoger risico om ernstig ziek te worden of zelfs te overlijden door het virus dan jonge, gezonde mensen. Ook het grote gebrek aan beschermingsmiddelen in de eerste periode van de uitbraak, zoals mondkapjes van een goede kwaliteit, heeft al veel aandacht gekregen.
Wat opvalt aan de nieuwe studie uit Rotterdam, is dat er grote verschillen zijn tussen zorginstellingen. Gemiddeld overlijdt in normale tijden ongeveer 30 procent van de bewoners van een verpleeghuis binnen een jaar. Tijdens de pandemie lag dat percentage in sommige verpleeghuizen bijna de helft hoger, terwijl andere instellingen een grote piek in de sterfte bespaard bleef.
Het verband met de tevredenheid van bewoners zit mogelijk in zaken als een eigen kamer of badkamer. Waar zulke voorzieningen ontbraken, was het moeilijker om de coronarichtlijnen na te leven, hoorden de onderzoekers van zorgmedewerkers.
De wetenschappers kunnen nog niet met zekerheid zeggen hoe het verband tussen hogere sterfte en meer inhuur van extern personeel precies in elkaar steekt. Onderzoeker Marlies Bär heeft wel een potentiële verklaring: „Mogelijk werken zorgfreelancers bij verschillende instellingen waardoor ze het virus makkelijker verspreiden.”