Ook in Michigan en Minnesota zijn soortgelijke zaken tegen Trump aangespannen om te voorkomen dat hij mag meedoen aan de verkiezingen. De zaak in Colorado is de eerste die voor de rechter komt.

De activisten beroepen zich op sectie 3 van het 14e amendement van de Amerikaanse grondwet. Daarin staat dat mensen die hebben deelgenomen aan een „opstand of rebellie” geen publieke functies meer mogen vervullen. Volgens de groep slaat dat dus ook op Trump, omdat hij zijn aanhangers zou hebben opgejut het parlementsgebouw te bestormen en om de verkiezingsuitslag ongedaan te maken.

De advocaat van Trump ontkende maandag dat de oud-president heeft aangezet tot geweld en zegt dat het „een gevaarlijk precedent” zou scheppen om iemand uit te sluiten van verkiezingen op basis van zijn uitspraken.

De sectie in de grondwet stamt uit de periode vlak na de Amerikaanse Burgeroorlog en is sindsdien nauwelijks gebruikt. Juridische experts denken dat de activisten weinig kans van slagen hebben. Als ze wel succes hebben zou uiteindelijk het Hooggerechtshof zich waarschijnlijk moeten uitspreken over Trumps verkiesbaarheid. Daar hebben conservatieve rechters de meerderheid.

Trump wil over een jaar weer de presidentsverkiezingen winnen en lijkt op dit moment de grootste kanshebber om de kandidaat te worden namens de Republikeinse Partij. Naar verwachting duurt het proces in Colorado een week.