Etty strijdt tegen massacultuur
Tussen hoge en lage cultuur is een strijd gaande. Dat stelde NRC-criticus Elsbeth Etty vrijdag in haar inaugurele rede als bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit. Ze pleitte ervoor „om tegenover de commerciële heisa in de media onverstoorbaar inhoud en ideeën te blijven plaatsen.”
In haar oratie sloot Etty aan bij een uitspraak van mediahoogleraar Beunders. Die stelde na de verkiezing van Pim Fortuyn tot Grootste Nederlander aller tijden dat de culturele elite „zich blijkbaar te goed voelde voor deze show”, maar zichzelf daarmee wel buiten spel zette. „Het is van tweeën een: of intellectuelen trekken zich terug uit de heisamediawereld, of men mengt zich echt in de strijd om de cultuur.”
Etty zoekt de oplossing niet „in genante tv-shows of populistisch vermaak.” Dat zou een overwinning betekenen van de massa op de elite, en dat is volgens haar het laatste wat onze samenleving nodig heeft. „Als kijk-, luister- en oplagecijfers en de daaraan gerelateerde opbrengsten maatgevend zijn voor het culturele leven, gaat dat linea recta ten koste van de cultuuroverdracht in de media in het algemeen.”
Volgens de nieuwe hoogleraar bieden in Nederland slechts „enkele kwaliteitskranten” met hun literaire kritiek tegenwicht aan de „amusementscultuur” die zienderogen terrein wint. „De commercie is geen synoniem voor het kwaad. Maar de vermenging van commercie en literaire kritiek is wel een kwaad.”
Voorafgaand aan Etty’s oratie werd een minisymposium gehouden, waarin vier Nederlandse recensenten hun licht lieten schijnen over de uitgangspunten van de literaire kritiek. „Laten we bij de tekst blijven”, zei Arjan Peters van de Volkskrant, en Jeroen Vullings van Vrij Nederland: „Laten we zorgen dat de kritiek controleerbaar blijft.”
Hans Goedkoop van de NRC pleitte echter voor levensbeschouwelijke kritiek: „Literatuur gaat over het leven, wil inzichten bieden in het Ware, het Goede en het Schone. Dat kun je niet vrijblijvend tot je nemen, dat moet je toetsen. Kritiek moet geworteld zijn in een levenshouding, een ethos.”