Dit blijkt uit het rapport ’Ruimte voor tijd’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat is geschreven in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het is donderdag openbaargemaakt.

Volgens het rapport hebben hoger opgeleiden meer mogelijkheden hun tijdsindeling te veranderen dan lager opgeleiden. Verder valt op dat het werk buiten de traditionele kantooruren (overdag en door de week) niet toeneemt de laatste jaren. In Europees verband blijkt Nederland het land met het geringste aandeel avond-, nacht- en weekeindwerk.

De taakverdeling tussen mannen en vrouwen wordt steeds evenwichtiger, ook al moet hier bij worden aangetekend dat dit een langetermijnproces betreft. „Een volledig gelijke verdeling lijkt vooralsnog - op zijn best - toekomstmuziek”, zo staat in ’Ruimte voor tijd’. Ten aanzien van de verdeling tussen huishouden en vrije tijd blijkt dat huishoudelijke taken steeds vaker worden opgeschoven richting avonden en weekeinden. Vrije tijd komt steeds vaker onder druk te staan.

Volgens D. Mol van het projectbureau Dagindeling van het het ministerie zitten veel landgenoten ’strak in een tijdscorset’. „We weten nog veel te weinig van het onderwerp tijd in Nederland. Dit onderzoek is een opstap naar een veel uitgebreider onderzoek dat op stapel staat. Veel mensen klagen over zware druk en tijdgebrek, en dit is de oorzaak van veel problemen en knelpunten”. Oplossingen zijn voorhanden, maar behoeven nog uitwerking. Het mobiliteitsprobleem bijvoorbeeld zou kunnen worden opgelost als 15 procent van de werknemers buiten de traditionele uren zou werken, zo stelt Mol. Het rapport is een initiatief van de Stuurgroep Dagindeling van het ministerie van Sociale Zaken.