Als de gedetacheerde werknemers volgens CAO-afspraken krijgen betaald in plaats van het minimumloon, wordt volgens minister De Geus van Sociale Zaken verdringing van het personeel van Nederlandse bedrijven voorkomen.

De Geus heeft vrijdag een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om hiertoe de werkingssfeer van de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid uit te breiden. Momenteel is volgens de bewindsman in de land- en tuinbouw duidelijk sprake van oneerlijke concurrentie door bedrijven „die via allerlei trucs” goedkopere Poolse arbeidskrachten inhuren. Maar het probleem speelt volgens hem ook in andere bedrijfstakken.

Op dit moment geldt alleen in de bouw dat de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de sector ook geldt voor werknemers, die via buitenlandse bedrijven in Nederland aan het werk zijn.

In andere bedrijfstakken hoeven buitenlandse werkgevers die in Nederland werknemers detacheren nu slechts te voldoen aan het wettelijk minimumloon en geldende minimumvoorwaarden op bijvoorbeeld het gebied van werk- en rusttijden, vakantiedagen, veiligheid en hygiëne op het werk. Doordat hun Nederlandse concurrenten zijn gebonden aan CAO-afspraken die meestal duurder zijn, kan oneerlijke concurrentie ontstaan.