Rotterdam alert op radicalisering
Rotterdam gaat ambtenaren trainen om vroegtijdig te kunnen signaleren of jongeren dreigen te radicaliseren. In Rotterdam zijn tussen de 175 en de 400 Marokkaanse jongeren op korte termijn vatbaar voor radicalisering.
Rotterdam maakte de informatie vrijdag bekend bij de presentatie van het actieprogramma tegen radicalisering ”Meedoen of achterblijven”. Volgens burgemeester Opstelten moet je de risico’s benoemen. „Dit is een nieuw fenomeen en we nemen dat heel serieus. We moeten niet naïef zijn. Het moet duidelijk zijn waarover we praten en waar het om gaat.”
Het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, verdeelt de groepen in „een aantal actief geradicaliseerden met een een redelijke opleiding in Delfshaven, Feijenoord en Kralingen-Crooswijk” en „potentieel voetvolk in Noord.” „Het samenkomen van die twee groepen levert een risico. Er zal fors moeten worden ingezet om erachter te komen of dat gebeurt”, aldus U. Rosenthal, voorzitter van het COT. Het COT heeft met AIVD, politie en justitie overlegd over deze informatie.
Rotterdam gaat in nauw overleg met de nationaal coördinator terrorismebestrijding een zogeheten verstoringsmethodiek ontwikkelen waarbij wordt gelet op personen en verzamelplaatsen. Opstelten: „We gaan niet iets heel nieuws optuigen en het wordt hier geen voorpost van de AIVD. Het gaat nog steeds om vroegtijdige signalering. Je moet dingen proberen voor te zijn.”
Met het 44 punten tellende actieplan willen Burgemeester en Wethouders de kans op radicalisering verminderen. Ze doen dat door discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden en via initiatieven die emancipatie en integratie bevorderen. „Investeren in taal, opleiding en werk is belangrijk, hoewel het natuurlijk geen volledige garantie is dat je extremisme voorkomt”, aldus Rosenthal.
Opstelten benadrukt dat Rotterdam niet een softe en een harde lijn volgt. „Ook het spoor om integratie te verbeteren is hard. Wie niet mee wil doen, wordt uitgesloten.” De gemeente denkt daarbij onder meer aan laatstekanstrajecten voor jongeren en verplichte opvoedingsbegeleiding voor de ouders van deze jongeren.