”Verdachte nr. 1” veroordeeld tot 20 jaar cel
De Kamer van Beroep van het Joegoslavië–Tribunaal heeft de Bosnische Serviër Dragan Nikolic (47) vrijdag veroordeeld tot twintig jaar cel. Hij is de “verdachte nummer 1” van het tribunaal: Tegen hem vaardigde toenmalig hoofdaanklager Richard Goldstone (Zuid–Afrika) in november 1994 de allereerste aanklacht van het VN–hof in Den Haag uit.
Nikolic was in 1992 enkele maanden commandant van kamp Susica in Oost–Bosnië, niet ver van Srebrenica. Daar werden moslims gemarteld, verkracht en vermoord.
Hij sloot uiteindelijk een akkoord met de aanklagers en bekende moord, marteling, verkrachting en etnische vervolging. Als onderdeel van de overeenkomst met de verdediging eisten de aanklagers slechts vijftien jaar cel. De rechters in eerste aanleg vonden dat echter, gelet op de ernst van de feiten, niet genoeg en veroordeelden Nikolic in december 2003 tot 23 jaar cel.
Nikolic hoopte in hoger beroep een substantieel lagere straf te krijgen. De beroepsrechters, voorgezeten door de Amerikaanse president van het VN–hof, Theodor Meron (74), wezen echter vrijwel alle argumenten van de verdediging van de hand. Meron benadrukte nog eens de ernst van misdaden (Nikolic was naar eigen zeggen betrokken bij negen moorden) en herinnerde aan verklaringen van getuigen dat Nikolic genoot van het martelen van gevangenen.
De beroepsrechters zagen slechts één reden tot strafvermindering: de rechters in eerste aanleg hebben ten onrechte de gebruikelijke vervroegde vrijlating na het uitzitten van tweederde van de straf verdiskonteerd in de strafmaat. Een dusdanige „wiskundige" verhoging van de strafmaat is volgens een meerderheid van de beroepsrechters niet toegestaan.