Nabestaanden van aanval op Hawija vragen om gerechtigheid
„Wij vragen alleen gerechtigheid”, zegt Rashid Salih tegen de rechtbank in Den Haag. Hij is een van de Irakezen uit Hawija die schadevergoeding willen voor de Nederlandse luchtaanval op de stad acht jaar geleden. Daarbij vielen tientallen doden.
Salih verloor zeven familieleden. Tranen stromen over zijn wangen als hij zijn relaas vertelt. „Het had impact op mijn leven, op mijn studie, op alles”, laat zijn zoon Mohammed weten. Dochter Tabarak wil dat mensen die fouten hebben gemaakt straf krijgen en dat excuses worden aangeboden.
Burgemeester Sabhan Khalaf Ali van Hawija zegt dat mensen compensatie willen. Er kwamen volgens hem honderd mensen om bij de aanval. Ook hij wil excuses en hulp voor mensen met psychische klachten.
In de nacht van 2 op 3 juni 2015 voerde een Nederlandse F-16 een aanval uit op een werkplaats van terreurgroep IS waar bomauto’s en bermbommen werden gemaakt. Er bleek een enorme hoeveelheid springstof opgeslagen en dat zorgde voor een tweede explosie die de buurt verwoestte en veel slachtoffers maakte.
Nederland maakte deel uit van de internationale coalitie tegen IS. Die was op verzoek van de Iraakse regering te hulp gekomen toen de terreurgroep het land dreigde over te lopen en massaal mensen vermoordde. De F-16’s opereerden vanaf een basis in Jordanië.
Volgens advocaat Liesbeth Zegveld, die spreekt namens de gedupeerden, is onder meer het doelwit van tevoren onvoldoende geobserveerd, slechts een paar dagen. De voorbereiding is slordig geweest, vindt Zegveld. Ook mist ze informatie en vindt ze de onderzoeken die naar de aanval zijn gedaan onvoldoende.
De commandant van de Nederlandse F-16’s moest als zogeheten Red Card Holder elke aanval goedkeuren. Hij voerde daarvoor overleg met twee verbindingsofficieren in Qatar van waaruit de aanvallen op IS werden aangestuurd. Het overleg tussen deze drie functionarissen was „volstrekt onvoldoende”, vindt Zegveld.
Dat spreekt de landsadvocaat tegen. Er is „heel zorgvuldig” gehandeld. De Red Card Holder en de verbindingsofficieren waren bijzonder ervaren vliegers en een lang en nauwgezet traject ging vooraf aan het besluit om toestemming te geven voor de aanval. Het voorkomen van burgerslachtoffers vormde daarbij een belangrijk aspect.
Bij de voorbereiding zijn onder meer drones ingezet. Dat duurde enkele weken, benadrukt de landsadvocaat. Nederland was voor veel informatie afhankelijk van de Amerikanen. Zij planden de aanval. Daardoor kan volgens de landsadvocaat ook niet alle informatie gedeeld worden over deze zaak.
De tweede explosie in Hawija was „uniek” en „onvoorzien”, oordeelt de landsadvocaat. Bij andere aanvallen in Irak op dergelijke werkplaatsen is nooit zo’n zware tweede explosie geweest. De inschatting van de Amerikanen was dat bij een aanval ’s nachts geen burgerslachtoffers zouden vallen.
De rechtbank komt op 17 januari met een vonnis.