Zeeuwse Erwin heeft opeens een vestingmuur in zijn tuin
Bij het uitgraven van een vijver in zijn tuin stuit Erwin Jesterhoudt op een eeuwenoude vestingmuur van het Zeeuwse mosselstadje Philippine. In goede staat, dus alle plannen kunnen overhoop.
Met een hard geluid stuit de graafmachine opeens op robuuste steen in de tuin van Erwin Jesterhoudt (56). Wellicht de fundering van een oude woning, denkt Jesterhoudt eerst nog. Weet hij veel.
De nieuwe stadsbewoner is bezig met het uitgraven van een vijver naast zijn nieuwbouwwoning. Zijn nieuwsgierigheid is gewekt. Terwijl hij graaft, en graaft, en blijft graven, ziet hij beetje bij beetje een immens bouwwerk voor zijn neus opdoemen. Dan valt het kwartje: dit moet een oude muur van de vesting Philippine zijn. Het zo zorgvuldig uitgedachte tuinplan van Jesterhoudt kan de prullenbak in.
Sinds die constatering een paar weken geleden heeft Jesterhoudt permanent de kriebels. Hij is niet de enige. Er moet een plan komen voor dit bijzondere bouwwerk uit 1750 dat opeens is opgedoemd, vinden ze ook op het stadhuis van Terneuzen. Daarom stuurt de gemeente twee archeologen op de achtertuin af.
Beer
Deskundigen hebben dan al vastgesteld dat het hier om de westelijke stenen beer gaat, een verdedigingswerk waaraan een sluis was gekoppeld om vijandelijke aanvallen te kunnen afslaan. „Deze is heel goed bewaard gebleven”, constateert Frederik d’Hondt terwijl hij detailfoto’s maakt. „Je verwacht bij een oude vestingstad dat er nog muurresten bestaan, de vraag is altijd in welke staat ze zijn. Over de kwaliteit hoeven we in dit geval niet te twijfelen.”
Zo zit Jesterhoudt opeens met een archeologisch waardevolle muur in zijn achtertuin opgescheept. Tien meter lang, vijf hoog. „We wilden een vijver uitgraven en daar op vlonders een terras bij aanleggen”, zegt hij droogjes. Hij kan er hard om lachen. „Ik ben hier vooral heel enthousiast over.”
Via de Universiteit Utrecht tikte Jesterhoudt een oude tekening van de achttiende-eeuwse vestingwerken op de kop (inderdaad, ze liepen pal langs zijn huidige woning) en hij werd lid van de Vereniging tot Behoud van de Historie Philippine (VBHP).
„We wisten dat Philippine een rijke geschiedenis heeft toen mijn vrouw en ik vorig jaar vanuit Putten hierheen verhuisden. Dus deze muur moeten we koesteren.”
Daarmee slaat hij het advies van een aannemer, om er gauw weer zand overheen te gooien, in de wind. „Hij vertelde dat wanneer je zoiets blootlegt, het risico bestaat dat je niets meer met je grond mag doen. Maar ik hou van geschiedenis en vind dit juist helemaal geweldig.”
Mosselfeesten
Terwijl de archeologen hun metingen verrichten, komt Jos de Putter aangelopen. De secretaris van de VBHP is al opgewonden sinds Jesterhoudts schoonvader tijdens de mosselfeesten rondbazuinde wat er nu weer was aangetroffen aan de rand van het stadje. „De stenen beer was eeuwenlang weggestopt, fantastisch dat deze nu weer tastbaar is. Vanaf de straat is de muur niet te zien, we zijn toen meteen stiekem over de landerijen een kijkje komen nemen. Het had goed gekund dat de muur overal afgebroken was, dus je snapt hoe blij we waren toen we hem in deze staat aantroffen.” Dat het niet vanzelfsprekend is dat bewoners zo’n stukje geschiedenis in hun tuin koesteren, blijkt uit de bebouwing bij de buren van Jesterhoudt. De Putter: „De voormalige bewoners stuitten op een gewelf, dat moet de bijbehorende sluis zijn geweest. Jammer genoeg staat er nu een tuinhuis bovenop.”
Maar zoiets haalt Jesterhoudt –die op zijn grond ook al een oude musketkogel, een knoop van de Belgische artillerie en een duit uit 1769 vond– echt niet in zijn hoofd. Alleen moet hij voor zijn tuin wel een plan B bedenken, één waarin de oude vestingmuur centraal staat in plaats van een lieflijk vijvertje.
Met het rapport dat de archeologen opstellen, hoopt hij fondsen aan te boren, ook bij de gemeente zelf, voor renovatie of restauratie. Op gezette tijden, bijvoorbeeld tijdens Open Monumentendag, wil hij de tuin dan openstellen voor publiek. „Er heeft zich al een landschapsarchitect gemeld die met onze tuin aan de slag wil. Voorlopig vind ik het vooral bijzonder dat ik iets in de tuin heb gevonden dat ik nooit had verwacht.”
Het stelt hem echter ook voor een uitdaging. „Ik heb echt geen idee hoe de tuin er nu verder uit moet komen te zien.”