Dat schrijft de Nederlandse hoogleraar gynaecologie dr. B. Fauser, verbonden aan het UMC Utrecht, in het medische tijdschrift The Lancet van deze week. Jaarlijks ondergaan duizenden vrouwen een hormoonbehandeling in het kader van intra-uteriene inseminatie (iui). Bij deze techniek krijgen vrouwen hormonen toegediend om de rijping van meer dan één eicel te stimuleren, waarna de meest bewegelijke zaadcellen in de baarmoeder worden ingebracht.

Iedere gynaecoloog in elk willekeurig ziekenhuis mag deze behandeling toepassen, in tegenstelling tot ivf, dat alleen mag plaatshebben in daarvoor aangewezen medische centra. Registratie van de iui-behandeling heeft niet plaats, maar Fauser schat dat iui jaarlijks meer dan 10.000 keer in Nederland wordt toegepast.

Dat heeft volgens hem geleid tot een enorme toename van het aantal meerlingen. In 2003 werden er meer dan 3600 tweelingen geboren, bijna 1000 meer dan in 1993. Minstens de helft van die toename wordt veroorzaakt door onvruchtbaarheidsbehandelingen. Een op de 28 pasgeborenen heeft nu een tweelingbroertje of -zusje. Ook het aantal drie- en vierlingen vertoont een stijgende lijn.

Fauser wil dat er meer aandacht komt voor de problemen die de toename van het aantal meerlingen met zich meebrengt. Tweelingen hebben een vier keer groter risico om bij de geboorte te overlijden, bij drielingen is dit risico nog hoger. Ook is er een grotere kans op vroeggeboorten, miskramen, groeiachterstanden en keizersnedes. Daarom is het beleid bij ivf de laatste jaren steeds meer om slechts één embryo terug te plaatsen. In het UMC Utrecht wordt de iui-behandeling ook gegeven, maar nemen gynaecologen niet hun toevlucht tot hyperstimulatie van de eierstokken met hormonen. Zij wachten de normale eisprong van de vrouw af.